mardi 29 mai 2007

fred van der wal: ik wilde altijd al niets worden dus werd ik vanzelf maar kunstenaar!

FRED VAN DER WAL: “OPGEPAST! IK BEN NOG STEEDS ZO LINK ALS EEN LOOIEN DEUR!”

“IK WILDE ALTIJD AL VANZELF NIETS WORDEN, DUS WERD IK VANZELFSPREKEND MAAR KUNSTE NAAR! DAAR HOEF JE NIKS VOOR TE KENNEN! NA VERLOOP VAN TIJD HEBBEN ZE ME TOEN IN EEN DWANGBUIS GEPROPT EN OPGESLOTEN IN HET GEKKENHUIS HEB IK ONLANGS PAS MIJN WARE ROEP ING GEVONDEN!!! HIER BEN IK GELUKKIG: IK VOEL NIETS, IK KAN NIETS, IK ZAL NIETS, IK WIL NIETS, ALLES IS NU HELEMAAL NIETS EN NIETS IS ALLES, DUS ECHT ZEN LIKE, ZOALS DE STIJVE ENGELSMAN HET ZO TREFFEND ZEGT IN ZIJNE TOFFE TONGVAL MET DIE STIFF UPPER LIP.
IK BEN GEREDUCEERD TOT EEN GROTE NUL EN OOOOH, BOY, IT FEELS SO GOOD!!! SLA MIJ! HIT ME WITH YOUR RHYTM STICK! HIT ME NICE AND HIT ME QUICK! IK HEB MIJN WARE SM IDENTI TEIT ONTDEKT! MIJN ENIGE GELUK LIGT IN DE SLAVERNIJ!”

Mijn geloof was lange tijd de wetenschap. Ik geloofde wat ik zag. En verder was er niets. En toch ben ik enorm Alfa ingesteld. Ken letterlijk geen A voor een B. Reke nen? Nooit geleerd! Volgde een dozijn scholen zonder succes. Overal afgetrapt. Rook te twintig joints op een dag. Jatte de hele boel bij elkaar. Werkte als hoerenjongen in een bordeel. Op je rug liggen en zien hoe de een of andere brochum je ligt op te krikken en op te naaien en nog geld toe ook. Ik vind het nu eenmaal lekker om ge neukt te worden. Ik leefde in een primitieve wereld vol bijgeloof. Net als die direc teur van de klassieke akademie voor de schilderkunst in Groningen, dat post hippie gedoe.
Waar ik in leefde? Een universum waarin geweld, incest, tegennatuurlijke seksjuwali teit en bizarre sex praktijken schering en inslag waren. Ik ben de militaire dienst uitgebonsjoerd met S 5. Niet te houden. Ik wilde de hele barak uitmoorden met een vrachtwagen vol explosieven onder het motto: Maak het leger leger!
Die slogan leek me heel zinvol.
Ik heb op paranormale manier door gekregen waar de mensheid vandaan komt. Ik weet bijvoorbeeld zeker dat vrouwen van de planeet Venus komen en mannen van de planeet Penis. Verder snap ik nergens een reet van en doe mijn best ook niet. Ik wilde al tijd al niets worden, dus werd ik maar kunstenaar. In de loop van de jaren ben ik bij mijn stiel gebleven. Mijn naaste familie verloor zichzelve in klankschalen thera pie, theosofie, astrologie, zwarte magie, spiritisme, antroposofie, de dwaalleer roomskatholicisme, Cochenille fantasietjes, rebirthing, reïncarnatie therapie of volgden de cursus “Zoek de wildeman in jezelf”.
Nou, als ik ergens in ben geslaagd is het dat wel! Op een gegeven ogenblik trapte ik van elke bouvier de ribben door zijn vacht naar buiten en trok brandende kolenhaar den met een mud briketten van de muur en smeet die de monies lachend van het balkon elf verdiepingen naar beneden. Tot het een keer mis ging. Ik was te ver gegaan. Te veel kachels naar beneden gesmeten. Er waren doden gevallen in de Bijlmer. Binnen een kwartier stond er een ambulance met gillende sirene en stormden vier witgejaste ziekenhuisbroeders naar binnen en wilden me van mijn rotan stoel sleuren, maar ik bleef vast houden. Ik ben een vast houdend tiep. Toen hebben ze me met stoel en al de ambulance hardhandig ingekwakt en heb ik daar jaren vast gezeten op de gesloten afdeling. Ik houd van een harde aanpak als soft SM-er.
Ik ben ook een gevaarlijk man, zeiden ze. Daar moest ik dan toch zo homerisch om lachen dat ik niet meer bij kwam en dan jensten ze weer de spuit in mijn billen. Lekker hoor! Ik ben een fan van scarificatie en piercings! Naaldkunst ligt mij ook. Plat gespoten en nog niet gaar. Nou heb ik heel wat in mijn billen gehad als metro seksjuwelen man tijdens mijn jaren in de hippe sien tussen al die biseksjuwelen, dus een spuit kan er ook nog wel bij.
Ik weet zeker dat ik de incarnatie ben van Leonardo Da Vinci. Nee, niet van de Grote Vincent Van Het Heilige Oor, zoals mijn moeder beweert, die nu malende is en in een Wozoco weg vegeteert. Ze is zo gek als een rottende ui. Niet meer af te pellen. In het gekken huis waar ik tientallen jaren zat opgesloten had je vijf Jezussen, twee Jo zeffen en vier Marias, dat werden enorme vechtpartijen over en weer, geloofs strijd noemden ze dat, maar ze hadden nog geen Leonardo Da Vinci, die ben ik toen maar geworden voor het gemak. Je kunt altijd weer kiezen in het leven. Ik was liever een Jezus of Maria geworden, maar die plaatsen waren niet meer vrij, dan was er opstand uitge broken in het leipespeis. Ik was genezen toen er een psychoot naast me kwam zitten die plosteling begon te schreeuwen: ”OOOOOhhhhhhh, Mijn Godt! Wat een ellende! Jouw aura ziet helemaal paars! Dat komt nooit meer goed! OOOOOOhhhhh, wat erg voor jou! Is er een dokter in de zaal?”
Ik had geen idee waar het op sloeg, rende overstuur in paniek naar de dichtstbijzijn de WC pot die tot aan de rand gevuld was met dunne stront en stak mijn hoofd er in om het voor eeuwig te verstoppen. Zo bruin had ik het nog nooit gegeten. Daarna ging ik weer terug naar de huiskamer van de gesloten afdeling maar wel in een dwangbuis. Ik was toen nog erg mager en droeg een bloemetjesjurk omdat ik toen nog in mijn tra vestie fase zat. Ik had net de cursus Zoek de vrouw in je zelf achter de rug, dus liep ik rond met een beha waar siliconenevullingen in de cups zaten om het wat vo lume te geven. Het oog wil ook wat. Ik ging dus voor een D cup.
Ik heb de handen opgelegd gekregen van heiligen, hoeren en homos, magnetiseurs en -seuses, professionele masturbeuses en masturbateurs, sterren voor mij uit laten wichelen, horoscopen getrokken, waar zeggende geesten opgeroepen en weer terug naar de hel gestuurd, ascendanten bepaald, necromantie, naalden dwars door tepels en voorhuid gestoken gekregen bij wijze van sadomasochistische acupunctuur, dan komt de waarheid er wel uit, het gaat in het leven van een kunstenaar om waarheidsvinding, koffiedik gelezen, uit theeblaadejs de toekomst voor speld, een tarotje gelegd, een I-Chingetje geworpen, een cockringetje om gegespt, tepel klemmen aangezet met loden visgewichten, dildos en opblaasbare buttpluggen naar binnen gewerkt, omgekeerd aan het Andreas kruis gehangen, uitzinnig van billenkoek genoten, de zweep mijn tere huid laten kussen, uren lang nat gespoten met ijskoud water om te kalmeren, maar het heeft allemaal niets geholpen. Ik ben nog steeds zo gek als een loden deur.

“Wie ben jij eigenlijk?”vraag ik arrogant aan de behandelende psychiater. Hij zegt dat hij de psychiater van dienst is. Ik zeg terug dat ik daar helemaal niet van gediend ben. Wat zullen we nou beleven? Opzouten met je handel! Ik mag dan wel met een lastgeving van de rechter via een dwangopname in een gekkenhuis zitten, net als galerie houdster Dieuwke Bakker indertijd, maar dat betekent nog niet dat ik echt gek ben.
De wereld daarbuiten is gek. Stapelgek. Mijn familie is gestoord, die moesten ze maar eens opsluiten, mijn moeder en zuster aan de elektor shock apparatuur leggen om hun harde schijf voor goed te wissen in hun bovenkamer. Onder het spanlaken met die hap of een paar weken in een dwangbuisje. Electrofolteren. Een beetje martelen moet kunnen. Stinkende heelmeesters maken zachte wonden, zo zegt het spreekwoord.
“Aaaarghhh….ïnteressant vak, maar zeker een zwaar vak, hè met al die gekken om je heen?” zeg ik spottend tegen de Psych.
“Een heel interessant vak en toch een mooi vak! Ondanks alles! ”antwoord hij zuinig.
“Wij moesten elkaar maar eens spreken over tal van onderwerpen! Het einde van de wereld. Ik weet wanneer de datum is maar mag het niet verder vertellen! Laten we wat met elkaar gaan babbelen! Of het nest induiken! Eerst neuken, dan praten,” stel ik hem voor.
“Goed idee,” zegt hij.
“Zou je wel willen! Fuck you!”zeg ik en steek mijn middelvinger naar hem op. Hij reageert niet. Ik maak een gebaar met mijn wijsvinger tegen mijn voorhoofd dat hij de gek is en niet ik, trek een lange neus, laat een roffelende scheet en maak ver volgens een huppelpasje zodat hij er langs kan.
“De psychiater! De psychiater! Hij is de man die komt altijd later; hij is de wildeman, die me lekker pakken kan, die geeft me psiegies een flinke optater, de psychiater, de pyschiater…leve de koningin, want daar gaat de koning bij in, anders was het geen koningin!”zing ik vrolijk.
Een zelf gemaakt lied dat me aankondigt bij de andere patiënten. Ik heb er altijd veel succes mee. De begeleiding op mijn elektriese guitaar is slechts twee akkoorden, dat gaat nooit mis. Als de psychiater zich om draait ben ik al lang weer verdwenen, de academicus verbluft achter latend. Ik kan weer even normaal doen.

Een paar weken later zien we elkaar weer. De geneesheeer directeur van de inrichting heeft me ge vraagd om met hem te praten, omdat het maar niet lukt om vast te stellen aan welke ziekte hij lijdt. Borderline? Posttraumatische stress stoornis? Borderline met psychotische trekjes en een handvol sexuele af wijkingen? Schizo affectieve stoor nissen? Vitale depressie met randpsychotische verschijnselen?
En O, jee, hij heeft een lange geschiedenis van drugs gebruik, dat komt er ook nog eens bij. Misschien dat ik er als psychiater nog iets van kan maken als de brok stukken zijn opgeveegd. Mijn patiënt doet denken aan die kunstenaar Erik uit Turks Fruit van Jan Wolkers. De blauwgrijze melancholieke ogen zijn nog steeds dezelfde. De pupillen zijn niet langer verwijd. Zijn aanvankelijk zo glazige drugs roes ogen hebben plaats gemaakt voor een doffe oog opslag, de ogen half gesloten vanwege de zware anti psychotica die hem intraveneus zijn toegediend. Toch zit er als vanouds nog heel wat pit in deze meneer. Hij vuurt vragen op mij af waar ik geen antwoorden op weet. Hij heeft theorietjes over het ont staan van de kosmos, die ik al tientallen malen eerder heb gehoord van drugsverslaafden. Hij weet waar de mensheid vandaan komt, op welk evolutionair punt zij is aangekomen en waar het allemaal naar toe gaat. Naar punt Omega, beweert hij stellig, maar dat punt ligt nog heel ver weg. Ik herinner mij de boeken van Teilhard de Chardin. Achterhaalde rubbish van een rooms patertje met geldings drang. Ik luister naar de verwarde verhalen van mijn patiënt. Hij heeft een grote boodschap. In zijn broek, denk ik.
Hij raast maar door: ”Mijn echte identiteit achter mijn identiteit is een groot raadsel waar achter een vraagteken staat, zo groot als die letters van The Hollywood Sign in Beverly Hills. Ik zweef namelijk nog steeds in een elf dimensionale wereld met een oneindige hoeveelheid tijdassen, stemmingen, vibra ties en kleuren. Kosmies dus. Ik ben een zwerver in het heelal. Een ruimtewandelaar die van zijn life line is los gesneden met een anaal vibrator als aandrijf mechanisme. Een reet raket met een kort lontje. Jonge, als die ontbrandt dan schiet je uit de kammen met een turbotietvaart. Een anaalvibrator is een sexuele aanjager, daar is de JSF niks bij. Daarom ben ik ook een ras kunstenaar. Ik maak wel eens een liedje namelijk op het toilet, begeleid door het blaasorkest der darmen. Wil je het horen? Ik heb heel wat bruine bonen gegeten, dus met dat blaasorkest zit het wel goed. En ik zing het alleen op het toilet met mijn broek naar beneden. Kom je even mee naar achteren? Even een punt zetten!”
Ik loop met hem mee. De toiletruimte is klein. Hij stroopt zijn jeans en onderbroek af en gaat zitten op de bril. Een enorme erectie is duidelijk zichtbaar. Ballen als een paar stierenkloten onder aan een paardenlul. De hele flora en fauna paraat. Het lijkt Artis wel. Zingen windt hem seksjuweel op.
Hij begint een lied te zingen over zijn moeder die hem verlaten heeft toen hij anderhalf was en de reden van zijn drugsverslaving. Hij gaat maar door met krassende stem en zo vals als een kraai. Elke noot is off key. Dankzij zijn blaasorkest der darmen ruikt het al gauw niet erg fris meer in de kleine ruimte waar de ventilatie te wensen over laat. Ik besluit geen lucifer af te steken vanwege het ontploffingsgevaar. Methaangas. Voor je het weet lig je na een explosie groggy op de gang met de pleebril om je nek.
Ik bevind mij in een pijnlijke situatie. Ik moet er niet aan denken; betrapt met een patiënt op de WC. Zal ik dat de directie kunnen verkopen als therapeutiese activiteit passend in het behandel plan? Kunnen we niet beter op dit moment actie onder nemen? Hij lijkt zich dat ook te realiseren en begint woest van geilheid te masturberen. Een schrale troost. Ik zie graag masturberende mannen en vrouwen omdat die zo fijn met zichzelf bezig zijn. Ik houd er van al vrouwen zichzelf zijn, vooral in het sekjsuwelen veld.
Doelgerichte activiteiten. Even vernauwen zijn ogen zich. Hij begint van geilheid te loens en, maar zingt toch door, omdat hij niet weet wat er gaat gebeuren als hij ophoudt met zingen. Ik besluit de impasse te doorbreken en zeg: ”Nou, dat wordt tenminste niet voor het zingen de kerk uit als ik jou zo zie…!”
“Kun je nog zingen, zing dan mee!” moedigt hij mij aan. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen, trek de zipper om laag, doe mijn tangaslipje naar beneden en begin vrolijk synchroon mee te masturberen. Hij zet er vaart in en gaat over van een handmatige draf in een razende galop. Ik moet wel volgen om in de kadans te blijven. Als snel begin nen we tegen elkaar op te krijsen. Sex zonder geluid is halve sex. Halve sex is geen sex. Wij maken geluid voor een half peloton van de Bijzondere Bijstands Brigade tijdens een nachtelijke attack op een vijandelijk kamp. Helemaal los gaan we. We komen beiden heftig klaar op hetzelfde moment met een kosmiese klaarkomschreeuw, die er uit knalt van onder uit onze ballen naar omhoog em via de stembanden zich vorm geeft: ”Rabierrrrrelullllllll…”klinkt het dierlijke grauwen. De spetters zitten tot tegen het plafond. Voor je het weet is het hier een druipsteengrot waar de grotten van Han niks bij zijn. Kunnen we misschien toegang heffen om de dure medicijnen te kunnen bekostig en. De sitiatie is pijnlijk en benauwend. Ik trek mijn natte slipje weer recht en maak mijn jeans vast. Mijn lul af vegen vergeet ik zoals gewoonlijk. Ik vind WC papier een tiepies kapitalistiese Westerse overbodige luukse. We verlaten het toilet en gaan naar de huiskamer van d einrichting.

“Misschien weet ik nu eindelijk wat de elfde dimensie is,” zeg ik voor de vuist weg. Hij stopt met zingen. Ernstig kijkt hij mij aan.
“Weet je dat nu pas?” vraagt hij verwijtend.
“Hoe lang heb je aan de drugs gezeten?” vraag ik, bij wijze van geveinsde interesse.
“Dertig jaar,’ zegt hij otomaties zonder er bij na te hoeven denken. De vraag is ook al vaak gesteld van af de intake sessie.
“Wat heb je gebruikt?” vraag ik op neutrale toon.
“Alles heb ik gebruikt; weed, hasj, opium, coke, heroine was mijn daaglijkse vitamine, amfetamine mijn benzine, LSD en hele sloten wiskey en wodka…je kunt beter vragen wat ik niet heb gebruikt! Mijn vader was trouwens zijn hele leven lang leplazerus, die heeft ook nog in een gekkenhuis gezeten! Ik heb het niet van een vreemde! En mijn moeder schijnt ook nooit van de frisse geweest te zijn! Jarenlange therapietjes! Helaas geen succes! Een treurig ge val! Opgegeven door de H. H. medietsie!”
Hij wil nog doorgaan met de hele lijst verboden drugs af te werken maar dan staan we hier morgenochtend vroeg nog in het toilet.
“Hoe lang heb je eigenlijk niet gebruikt?” vraag ik.
“Een paar dagen!”
In de kliniek is alles te krijgen wat een junkie hart begeert, maar hij zegt een wilsbesluit te hebben genomen. Hij wil niet meer. Ik denk dat hij liegt dat ie barst. Ik test hem uit.
“Heb je zin in drugs om even de werkelijkheid te ontvluchten?”” stel ik hem voor.
Hij knikt heftig van ja.
“Wil je niet een paar honderd microgram LSD om eens lekker uit je dak te gaan?” vraag ik pesterig. Hij kijkt mij met wijd open gesperde ogen hongerig aan alsof hij me elk moment kan bespringen.
“Voel je de trek in drugs?”vraag ik verder.
“Dat is de elfde dimensie. Trek, Star Trek, ruimtemannetje die door je hersens marcheren, kaboutertjes door je maag, ” beweert hij stellig.
Ik leun achterover.
“Je bent nog steeds verslaafd. Je wilt er helemaal niet van af. Je voelt constant trek als een pas geveegde schoor steen bij windkracht elf. Dat bepaalt dus je hele wezen, je identiteit zoals jij dat noemt, maar ik noem het je zwak te!” zeg ik ernstig..
Hij wil er over na denken. Het lukt niet. Dan wil hij weer het lied inzetten. Hij aarzelt en er klinkt een benauwde neurie alleen maar. Ook het lied wil niet meer. Als hij weer over drugs begint te zingen, bewijst hij mijn gelijk. De achterkant van het gelijk dat hij nog niets aan kan.

Enige dagen na het gesprek, dezelfde kale spreekkamer, tralies voor de ramen, meubilair dat aan de vloer vast zit geschroefd, plestik drinkbekertjes en bordjes om van te eten, een gecapitonneerde muur. Zijn haar is pas gewassen en gekamd, de jeans schoon. Geen half geloken drugsogen meer. Een levendige blik. De medicatie is aangeslagen. De dosis al snel verminderd. Hij is rustig. Totaal zichzelf.
“Je hebt gelijk gehad over die elfde dimensie,” zegt hij deemoedig. Ik knik bemoedigend.
“Gooi het er maar uit, boy!”moedig ik hem aan.
“Ik had me vergist. Ik bedoelde niet de elfde dimensie, maar de twaalfde. Ik zat er een kosmos of wat naast. Niet dat het wat uitmaakt, want alles is relatief zoals de Grote Einstein al reeds zei, weet je wel,” beweert hij.
“Hoe zit het nu met de trek?” vraag ik.
“Okee, ik wil de hele dag wel een hijs van een joint nemen of iets sterkers voor onder mijn kurk, “ zegt hij optimis tisch.
Ik vraag het op een zo neutraal mogelijke toon want een junk die zegt te willen stoppen is zo zeldzaam als een paar debloem in de wei.
Hij vertelt dat hij zich niet meer kan concentreren. Hoe hij zijn gedachten niet op een rijtje kan krijgen, dat hij niet kan televisie kijken, lezen, scrabble spelen, laat staan nadenken over zijn nabije toekomst.
“Alles is nu helemaal niets en niets is alles, ik voel niets, ik ben niets, ik wil niets, ik ben een grote nul,” zegt hij en slaat zichzelf op de borst.
“Hier! Hier! Hier van binnen zit een groot gat. Het hart is uit de stad geslagen. Een leegte. Door die drugs voelde ik tenminste nog iets, weet je, een constante geilheid, maar nu helemaal niets meer. Ik kan niet eens mijn lul meer om hoog krijgen. Noem je dat soms normaal?” Terwijl hij de symptomen van zijn ziekte , die schizofrenie heet, op somt, voel ik geen enkel mededogen op wellen. Ik zal hem gaan vertellen wat de naam is van zijn ziekte en dat hij er nooit meer vanaf zal komen. Een oordeel vellen. En dat de medicatie het gat in hem alleen nog maar groter zal maken. De anti psychotica zullen al zijn gevoelens dempen. Menig patiënt is door deze medicijnen aan de drugs geraakt om tenminste nog iets te voelen. Het is een vicieuze cirkel; zonder medicatie komen de wanen en halluci naties in volle sterkte weer onverbiddelijk terug. Hij staat voor een afschuwelijke keuze: de hel van de psychose of die van de absolute leegte. Een Zen Meester zou er jaloers op zijn. High of Low; de uitersten van de elfde dimensie.

Libellés :

0 commentaires:

Enregistrer un commentaire

Abonnement Publier les commentaires [Atom]

<< Accueil