vendredi 23 décembre 2011

ALLEEN TOEGANKELIJK VOOR DE VOLWASSEN LEZER

ALLEEN TOEGANKELIJK VOOR DE VOLWASSEN LEZER

OPGEDRAGEN AAN AUTEUR: AVONTURIER WILLEM WATERMAN, NAAR AANLEIDING VAN EEN ZIJNER VERTELLINGEN, GEREVISEERD EN HERSCHREVEN DOOR FRED VAN DER WAL

Advocaat Beenstra uit Leeuwarden, die tot curator was be noemd in het bankroet van Onze Frank Forrest, had hem wel gesommeerd zijn sleutelbos van café De Spil af te geven, maar er liepen nog ettelijke pseudo ex-barkeepers rond, meestal bekakte werkstudenten, benevens Cat, die allemaal beschikten over talloze kopiesleutels. Waar geen mens naar vroeg, want niemand kon het wat verdommen. Het leek wel een inloophuis voor half zat krimmeneel Amsterdam. Zo lang er drank in het vat zat was het feest en anders knokken tot in de hal, een loojen pijp voor het geeval.
Voorbijlopende klanten en andere hoerenlopers hadden ook al snel op gemerkt, dat het oude slot niet was vervangen, en dat daarbinnen alles er nog precies zo bij stond als zij het onlangs hadden waar genomen.
En op een goede avond wilde het Lot, dat deze zelfde rood harige Cat en Mike elkaar weer na lange tijd ontmoetten. Dat moest gevierd worden en Mike zoop als een aap de ene na de andere kopstoot op!
Hij klom op een eikenhouten tafel en haalde die avond in de volle kroeg ten aanschouwe van het verbijsterde kroeg publiek zijn lul uit zijn gulp en legde die met een blaadje sla tussen een wit kadetje en riep: “Wie wil er een broodje pikkelillie?”
Een studente spijkerschrift trok de konsekwentie van de aangeboden verse waar en prikte in de aangeboden worst met een vorkje.
Het bloed spoot er uit en het werd een spoedopname in het Wilhel minagasthuis waar de hele zooi weer aan elkaar genaaid werd want de lappen frikando hingen er bij!.
Fred van der Wal, Haring Arie, Ibis Nolenski, Zwarte Joop en Flip van der Burgt, en ik zelve zei de gek en nog wat losse lieden uit de warme buurt bij elkaar zaten in De Oude Wester, op de hoek van de Rozengracht, toen Onze Frank daar binnen kwam steigeren en stuiteren want hij had ‘m al weer behoorlijk om en dat was anders dan een broodje half om of een koffie verkeerd; van zijn tenen tot aan zijn haarwortels ston ie vol gelaaien met sterke drank en te zien aan zijn duivelse grijns in een uitermate balsturige bui.
Hij wilde een aantal nachtclubs af en had nog maar een tientje of zoiets op zak, dus dat zou al bij de portier van de eerste de beste roze gelegenheid al stront op leveren nog voor hij binnen was en uit monden op aftocht met stille trom en een bebloede kop voor Frank die tot zijn spijt niet echt een goede vechter was dankzij zijn slechte conditie en gebrek aan doorzettingsvermogen zodat de twee bokslessen die hij vanaf de bank had bijgewoond niet hadden geresulteerd in een afge trainde vechtmachine.
Integendeel; hij was met zijn bleke kop zo leptosoom als een half verzopen regen worm na een lente buitje.
Op dat moment was er juist een dispuut aan de gang tussen eigenaar Johan en Rooie Rufus, Rochus en Tinus Tussengas welke laatste een aanvullend kredietje wilde in de vorm van een half flesje Jonge Jajem om mee te nemen, wat niet zo vlot wilde lukken, dus de situuwaatsie werd met de minuut dreigender.
Op dat moment brulde ineens Cat, die bij vlagen nog gekker en geiler was dan wij allemaal bij elkaar: “Kom maar lekker met mij mee, Rufus - ik heb nog een sleutel van de Spil, die staat nog vol met door de curator gekonfiskeerde flessen. De hele gotskolere boel is daar toch failliet en ze hebben een belastingschuld van een paar ton omdat ze de boel jaren lang flesten. Kan ons wat verdommen wat er van gaat kommen! We zuipen de tent gewoon leeg! En daar na: Een stevig potje neuken op
de bar en Breekfeest! Slaan we alles kort en klein en dan de hens er in.”
Het werd ineens even heel stil.
Er zitten daar in die kroeg altijd een heel stel vaste Jordaners die in de haven of bij Artis als dierenoppassers in het olifantenhok werkten, drollenscheppers die wel wat gewend waren meet een slurf en alle goeie Jordaners hebben iets van stiekeme stukken ongeregeld in zich na die schietpartij bij dat oproer in de dertiger jaren.
Je zag al die ontuchtige hoerenlopers oren zich spitsen als die van herdershonden, die een van geilheid jankende loopse teef ontwaren.
Maar, maar ... dat mag toch niet van de polietsies?” zei de één of andere slappe lul met een kop van stopverf die voor het zestiende jaar rechten bleek te studeren aan de UVA en Hans Meijerbroek bleek te heten. Hij was net de vorige week door zijn lieve vrouw Aaltje Knopendoos het huis uit geflikkerd omdat hij al het vakantiegeld had verzopen.
Ach, sodemieter op, gannef! Weten wij veel!” riep onze uit de zand gronden der kanninefaten getrokken nep- en namaak Balkanstoot uit de grond van haar hart, dat misschien wel niet van 22 karaats goud was maar dan toch tenminste van doublé of roestvrij staal.
'Als jullie daar over vijf minuten de deur open vinden... kunnen jullie dat dan helpen? En wat doen we met een open deur…? Juist! Die gaan we binnen want dan haddenz edie deur maar moeten dicht timmeren vanwege de schulde aan de brouwerij!'
Zeven minuten later had Jopie nog maar een klant over, en dat was een toevallig binnen geraakte koeterwalende Italiaan, die natuurlijk door niemand werd ingelicht. Er is gelukkig geen volk zo eenkennig als de Prinsengracht-Jordaankliek en allochtonen werden toen nog terecht gemeden als de pest omdat er in the sixties geen allochtonen waren in Amsterdam behalve de beroepsneger Martin Sterman op zijn boot en een danser uit New York die met Adèle Bloemendaal de kachel aan maakte. Heette die niet Donald Jones?
En toen wij (overeenkomstig de fabel van La Fontaine) - na die enkele minuten van afwachten - de Spil binnen kwamen, stond Cat op haar gewone plaats achter de tapkast, en nam juist de telefoon op.
'GotskolereMoederMaria aller Balkanbewoners in den Hoge! Wat heb ik nou aan mijn kutflappen hangen?' brieste zij vol ontzag.
'Zelfs die kuttelefoon is nog niet eens afgesneden!'
'Geef hier dat ding!' brulde Frank die altijd al in moderne kommunikaatsie middelen was geïnteresseerd.
'Ik gaan de meiden opbellen! Dat wordt neuken en zuipen en zuipen en neuken!'
Dat is nog eens vrouwonvriendelijk om het over neeuken tee hebben in het openbaar!” meuterde een zwaar brillende politiek korrekte oud-dierenarts uit Friesland die net naar de hoeren was geweest, omdat ie 'm wel eens ergens anders in wild stoppen dan in een koeienkut of een paardenhol en voor het gemak van de WAO vrat vanwege manisch depressief gedrag. In één van zijn manische buien had hij het met de omstreden kunstenaar Fred van der Wal aan de stok gehad. Zijn ruime uitkering zoop ie op in de kroeg, samen met jerry, een geflipte slager, die de hele dag rond liep in smoking om de grote meneer uit te hangen.
Niemand gaf sjoege.
Op boerenkinkels als de Friese dierenarts werd niet gelet. Hij moest toch de laatste trein halen, zodat het probleem zichzelf oploste.
Nu zijn er, vanzelfsprekend, weinig situaties die inspirerender werken dan de mogelijkheid om zich met man en meid te wijden aan het droog- en uitzuipen van een toch al failliete kroeg.
Met ware raketsnelheid suisde de mare van bar tot kroeg en vice versa door heel kunstzinnig Amsterdam. Iedereen raakte high – alleen al bij het idee dat er uit te vreten viel- daar kwam geen stikkie aan te pas. Elke brochum nam zijn kansen waar om te scoren.
Het duurde geen uur, of het vrijwel voltallige Spil publiek, plus wat uit andere etablissementen meegelopen fellow-travellers, derde weggers, drankorgels en kroegtijgers, hoste, tierde en lalde half ontkleed in het rond in de morsige ruimte.
De orgie zelf - dat is bij de reconstructie in daarop volgende dagen exact vastge steld - begon op het moment, dat een Amerikaanse griet, die we bij het seksblad Lollipop Lickmepick gebruikten als naaktmodel voor biseksuele groepsseks scènes waar het mokkul wel pap van lustte, boven op het buffet klom, en daar een potje wild go-go ging staan dansen, tot Theo van Koningsbruggen een arm omhoog stak, en met een behendige ruk haar minislipje naar beneden trok, waarna zij dat het publiek in schopte, haar rok optilde en in haar natuurlijke schaambos erop los cancande. Niets nieuws onder de zon wat betreft het gesubsidieerde artiestenpublikje met zijn aan- en inhang.
Op zichzelf natuurlijk helemaal niets bijzonders, in onze kringen, maar dit geanimeerde tafereel bracht het lesbisch koppel Miep Zwiep en Margo Springfonteyn zodanig in vervoering, dat zij innig omstrengeld aan het dansen sloegen, in tussen de rechterhand tot over de elleboog ver in elkaars opengeknoopte spijkerbroeken en van boven met halfopen geile bekken in elkaars oortjes hijgend en afwisselend hun handen in mal kanders crotch of bloesje lieten verdwijnen het geen de hetero heren van de weeromstuit tot ongekende geile hoogten opjuinden.
Een zich zelf genererende dynamische groepsseksituuwaatsie zoals gangbaar in het Eroties Café en de parenclub De Grote Vrijheid!
Iets dergelijks was zelfs in de Spil kroeg nog nooit vertoond.
Dit café was duidelijk altijd een half filosofies praat- en zuiphuis ge weest vol gesubsidieerde suffe filosoferende kunstartiesten, mafketels met gelul over kunst en vliegwerk uit Limburg, over powezie, toneel, film, literatuur en museumpolitiek waar ze zelf niet aan te pas kwamen, was niet van de lucht, het leek vreetkroeg De Vette Bobbel uut Maastreech wel, maar dan minder netjes, alhoewel ik van Martin Welman zelf gehoord heb dat ze na een uur of twee daar ook geregeld op het biljart lagen te neuken en die sjieke sociëteit aan het Rokin waar door het groene laken op een en dezelfde plek al gauw versleten was en kringen vertoonde vanwege de geslachtelijke sappen.
Af fijn, een k*t is geen konijn in dit kultureel gezelschapje waar nimmer intieme handtastelijkheden boven tafel voor kwamen, van welke aard ook, maar nu draaide de windwijzer met een straffe wind honderdtachtig graden om van kultureel naar kuttureel .
Maar na het faillissement golden de aloude regels van burgermansfatsoen en moraaaltheologie gotbetert al lang niet meer - dat werd instinctief door iedereen begrepen: er was nu net als in het bijna neer gestorte vliegtuig dat net niet verongelukte boven de Atlantiese Oceaan waar de brood magere Friese Beeldhouwster Eja Siepman en de verneukte neus Lode Piemelaer, die doekjes van Jan Roeland naschilderde, getuige van waren als passagiers van een goddeloze groeps sekssituuwaatsies aan boord met het karakter van een generaal seksjuweel catch-as-catch-can, waarbij de stemming er aardig in begon te komen, net als op dit moment in de Spil. Van barbediening was uiteraard vanaf het eerste begin geen sprake of vorm van overleg geweest: iedereen greep de fles en het wijf dat hem het beste aanstond, en handelde daar mee naar goed dunken.
De enkele nogal netjes gehuwde vrouwen uit het gezelschap, plus wat in de stroming mee naar binnen gevoerde meisjes uit d concertgebouwbuurt stonden daarbij met stiekem glinsterende oogjes om zich heen te kijken - zo in de trant van: zolang wij zelf onze kleren maar aanhouwen, mogen we best kijken naar andermans losgeslagen uitspattingen, hebben we nog wat om straks bij het vingeren te memoreren en wat het maagddenvlies betreft; wie wat bewaart, die heeft wat. Nou - die uitspattingen lieten dan ook niet lang op zich wachten.
Onze Amerikaanse, blonde geile gogo-danseres, een geboren snol, boven op de bar geraakte zo opgehitst door het algemeen gejuich, dat zij succes sievelijk al haar kledij het gepeupel in had geslingerd tot aan haar kletsnatte slipje, want gog-go dansen geilt op, daar krijgt ieder leeuk misje het warm van en daar ze zo nu en dan een balletgetraind been zo steil de lucht in stak kreeg ze als bij elke toneeelvoorstelling een open doekje, omdat het publiek een eerste rangs inzicht verkreeg in haar veelvuldige gebruikte goed ingenaaide goud op snee editie van een puur Amsterdamse ras vagina van de hoogste klasse.
In de volgende fase kreeg een ons volkomen onbekende dame in een opoejurk diezelfde jurk van onder bij de zoom beet gepakt en tot over haar oren omhoog gesjord.
Zij bleek er geen draad onder aan te hebben, en ondanks haar geroep en gespartel werd die jurk boven haar hoofd met een leren veter tot een dot ineengeknoopt.
Dat had mede als gevolg, dat haar armen veilig in gepakt zaten en tegen spartelen er niet langer bij was.
Iemand der aanwezigen goot nu een glas cognac leeg over haar weelderige schaampruik, waarna een langharig jongmens voor haar op de knieën zeeg, de armen om haar bilwerk sloeg en begon te roepen: 'Madonna, madonna! Holy Maria in den Hoge!' met periodieke kussen op haar intieme goed gekutkapte met alcohol doordrenkte haardracht.
Van de natte gemeente", schreeuwde Fred van der Wal boven het gejoel uit en klokte een fles Sancerre achter elkaar naar binnen. Het was van hetzelfde merk die hij jaren later aan Zoenvis zou geven.
Het mokkul dat nu kletsnat was van de cognac gilde het uit en niet alleen van de pret, want de drank zette haar k*t in vuur en vlam tot groot leedvermaak van de toeschouwers! Daar was toen nog juist de ruimte voor, want er bleven steeds meer mensen binnendringen, waardoor alles steeds dichter opeengepakt raakte.
Het meest verwonderlijke in het geheel was, dat een groot deel van het publiek daar zo vriendelijk en waarnemend tussen door stond, zonder merkbaar ergens van in opwinding te geraken, alsof ze zulke liederlijke tafereeltjes daaglijks bij moeder de vrouw thuis mee maakten tussen de schuifdeuren en mischien was dat ook wel zo.
Op een gegeven moment verloor de gogo-danseres eindelijk haar even wicht ( het werd tijd!), en lazerde ze naakt zijwaarts neer op de hoofden en ijlings opgestoken armen van de eerste en tweede rij publiek langs het buffet, waar zij met luid gejuich werd ontvangen en ruggelings op wat bar krukken neergelegd alsof zij op het altaar van het hete vlees zou worden geofferd aan de godt van de ontucht. Daarvan heb ik haar die avond niet meer overeind van zien komen, want de een na de andere brochum stopte zijn veneriese natte l*l diep d’r in.
Maar in tussen was het ook al zo stampvol geworden, dat elk redelijk over zicht kon worden af geschreven.
Een tweetal studenten sociologie met een cassette recorder en een student kunsthistorie in wie wij de latere Meestervervalser GeertJan Jansen herken de drongen zich door het volksgewoel heen en stelde hier en daar in dring end bedoelde vragen over de kunsthistorische en sociale relevantie, die niemand de moeite nam, serieus te beantwoorden.
Zo nu en dan kwam er uit de meute iets aparts in het eigen waarne mingsveld, zoals een Jeroen Bosch-achtige groep van vier leden, die met de linker handen een deerlijk ontblote dame aan armen en voeten tussen zich in zeulden en met de rechterhand hun rond zwiepende penissen leken te gebruiken om zich al molenwiekend als een helikopter een weg te banen door het publiek... in de richting van een schemerige ruimte voorbij de bocht van de bar, waar wat stoelen stonden rondom lege houten bierton nen. Uit die hoek kwam al enige tijd veel seksjuweel geladen lustgekrijs en opgewonden rumoer van die krijsketel... tot een gillende dame in een paarse jurk met hoepels van oorringen in haar oren iedereen deed opschrik ken met luid gekrijt om hulp: 'Der zit gotverdommu iemand hartstikke dood te bloeden op de plee en het is deze keer vast geen abortus!'
Daar troffen wij inderdaad een afschuwelijk tafereel aan. Een zekere Hans Meijerbroek: een klassiek mislukt student, die zich voor doktorandus uitgaf en enorm ingewikkelde verhalen bedacht om iemand voor een tientje te tillen, lag half bewusteloos op de knieën met de armen rond de porseleinen plee-pot, die vol lag met stukjes geronnen bloed. 'Jezus Maria Keristussene ziele nog an toe – niks aabortus, die goosser heb een maagbloeding als je het mij vraagt! Die maakt het niet lang meer! Die kenne we gelijk beter met een ziekenfondstaxi naar het leipespeis weg brengen! Return to sender!'
'Dat heb je nou altijd met die studentikoze gereformeerde zenuwpezen., die kristullukke klootzakken van de VU werken zichzelf de vernieling in! Eige schuld dikke bult. Laat ‘m stikken in zijn bloed!'
'Leg niet te zeiken , man en bel de G.G.D. spoed eisende hulp en de polietsies anders zitten we hier zo meteen met een dooie op de pispot en kunnen we bij buro Marnixplein gaan verklaren wat er aan de hand is.
Voor je het weet ga jezelf nog voor schut! Bellen, die hap, kolerelijers! Je ken een mens tocch niet in zijn eige bloed laten stikken? Of wel soms? Wat zijn jullie voor eeen teringlijers!'
Bellen, daar was niemand erg vlot mee, want die kordate knapen met die witte jassen van de GGD en de zwarte uniformen met hoerapetten pasten niet in de algemene feestelijke sfeer, vond men terecht en van de polietsies had niemand een hoge pet op!
Bovendien was de telefoon continu in gebruik bij lieden die gratis opbellen naar hun neukie in de States of famielje in Verweggistan niet zomaar lieten lopen voor een melding dat er eentje lag te kreperen. Ieder voor zich en Godt voor ons allen gold bij uitstek in De Spil!
Tot ineens de slimme Gertrut Tothebel van Mandelpit bis Bieszlook de betrokkene in de oren gilde: 'Kloothommeljurken! Het is helemaal geen bloed! Het zijn ingemaakte kersen! We worden belazerd door die miesgasser! Trek die knakker door de plee met ze veneriese kolensjouwers rotkop!' Bij de reeds gemelde reconstructie, de volgende dag, werd duidelijk, dat Meijerbroek een speciale cocktail had zitten hijsen van waterglazen, halfvol met inge maakte kersen op sap, plus pure wodka. Kun je echt heel goed stapelkots in je gorgel van worden als je het mixt met sterke drank. Het was vroeger in de Spil nooit erg helder verlicht geweest, en nu raakte het laatste elek trisch licht ook nog gedoofd doordat de rekeningen niet betaald werden en werd vervangen door wat druiperskaarsen in flessen op het buffet om sfeer te scheppen. Dat maakte wat schuchtere lieden een tikje brutaler, maar onder alle om standigheden was het in deze opeen gedrongen meute toch al volko men uitgesloten om liggend, of zelfs comfortabel zittend, ontucht te bedrijven: men mocht al blij zijn, als er tussen het gedrang voldoende speling kon wor den gevonden om een lul zijn natuurlijke erectie te verschaffen en tegen de reet van een ander op te schuren... hetgeen hier en daar toch wel leek te gebeuren.
Merkwaardig was, dat niemand de moeite scheen te willen nemen zijn of haar partner mee te nemen naar de eigen woning - iedereen wilde er toch wel bij blijven en ik heb zelden zoveel staan de mensen op zoveel impro visorische wijzen met elkaar zien vozen, vingeren, aflebberen en weettik veel wat nog meer mogelijk is tussen kreatieve personen met een hete broek. En gezopen dat er werd!
Het onderscheid tussen de sexen telde voor niemand meer! Vrouwen met mannen, vrouwen met vrouwen, mannen met vrouwen en mannen met mannen, onder, op- en boven elkaar! Menig verstokte hetero werd die avond omgeturnd van mono tot de stereo wijze van omgaan met de naaste!

Ik meen te mogen zeggen, dat zelfs die Romein Claudius of de zuur realistiese schilder Chris van Geest ervan aan het stotteren zou zijn geraakt als ie tenminste niet al stotterde.
De jukebox daverde onophoudelijk door op topvolume “Blue Suede Shoes” en verse flessen werden boven de hoofden op dienbladen doorgegeven aan wie maar pakken wilde. En toen ontstond er in eens uit het niets een ontzag wekkende vechtpartij om niks zoals meestal. Dat had je met die vetkuif rokkenrol platen uit de fifties! Daar kreeg je gewoon een kind van, die al lang achterhaalde muziek, dat werkte op je nerven! Nee, gaf mij maar Fen Morresson of de Zingende Zusjes. Ik heb al eerder achteloos vermeld, dat er zich onder de vaste klanten ook ex-parachutist en bevonden, en aanverwante rauwe knapen uit de rouwdouwers karateschool van Jon Bluming sport school “Oyama”.
Wie daar kampioen werd kon zich gerust we reldkampioen noemen, want het nivo was hoger dan in Japan. Elke zichzelf respekterende pooier of kunstenaar van één meter negentig en honderdvijfentwintig kilos schoon aan de haak trainde zich daar de ballen uit zijn broek. Vandaar, dat er in de Spil ook nooit iemand handtastelijk werd, want dan was het eind zoek. Karatejongens als Jacob Olie of Fred van der Wal stampten dwars door zes centimeter hardhout zonder blikken of blozen en als het even mee zat en iets beviel ze niet bij iemand thuis dan douwden ze de gastvrouw voorover met d’r kop in de houten bak met pindas, gingen in de hoek van de kamer zitten kakken, pisten de brandende open haard uit, verkrachtten de vrouw des huizes en haar minderjarige dochters in een simultaan partijtje op de korte keu, trokken een brandende kolenhaard uit de muur om die vanaf de eerst etage de Prinsengracht in te kwakken.
Zo had kunstschilder Fred van der Wal eigenhandig een valse bouvier zijn ribbenkast dwars door zijn vacht heen geschopt met een ura mawashigeri en 'm daarna de nek gebroken met een blikem snelle slag van zijn hand kant ondanks dat hij een grote dierenvriend was. Alles had zo zijn grenzen in de simpele optiek van onze kunstartiest.
Er waren die avond in De Spil echter uit andere etablissementen ook een tweetal (niet algemeen bekende) travestieten komen binnen dwarrelen waaronder één uit Friesland, die als cameraman bij de Fryske Omrop werkte. Nu bestaan er mannelijke travestieten die er, goed opgemaakt en met de juiste kleren aan en make up op d’r ontuchtige smoeltje, uitzien als de meest bloedstollende heerlijke geile wijven met van die lik me en pak me smoelen waar iedere gezonde Hollandsche jongen voor plat gaat. Vertel de geperveteerde Fred van der Wal wat!
Dat hou je soms echt niet voor mogelijk... tot je aan je eigen seksjuwelen geaardheid gaat twijfelen en na een paar potjes pils geen enkel bezwaar meer hebt tegen een travestiet of een transeksueel die zich een paar lekkere tieten met bijbehorende jampot deksel grote tepels heeft laten zetten in de transgender kliniek van Dr. Vogel waar wat afgevogeld wordt.
En bijna iedereen weet langzamerhand wel in het kreatieve circuit dat Fred van der Wal vanaf zijn zestiende levensjaar ook geregeld een paar zwarte naadnylons aantrok, benevens een spannende jarretel gordel, een nerveus opgesneden slipje en een knaap van een doorkijkbustehouder om zich zo nu en dan te laten oppikken in de Haarlemmer Hout als hij Els Dubbeldam naar de trein had gebracht, toen hij tussen 1957 en 1967 in Heemstede woonde, dat vond iedereen toen al heel normaal in de sien.
En laat een van die rauwe ex-huurlingen uit Rodesia daar aan de bar van De Spil nou als een expresse trein gaan tippelen op een van die twee lollepotcostumières kampioenen. En die travestiet, die wist vanzelf niet beter dan dat ze straks mee naar huis met een gezonde geile ruim denk ende hetero of biseksjuwelen knakker zouden gaan voor wat lol in de badkuip of in bed... wist DIE veel?
Die waren nog nooit eerder in de De Spil geweest. Die dachten in die alge mene geile bende: 'Dit is me nog eens een práchtkroeg, zeg! Dat ik die niet eerder heb ontdekt! Die zijn hier echt voor van àlles in! Hier kan ik mijn gram nog eens halen! This is paradise regained and paradise by the dashboardlight!'
En die stonden verheerlijkt ruggelings als divas die in hun minijupes op klaar komen stonden tegen de wand geleund met half geloken slaapkamerogen, die bonken van huurlingen lonkend te versieren en maar op te geilen tot kookhitte. Tot die ene knaap zijn hitsige klauw begerig onder die leren rok stopt om even koetje te keuren. In de verwachting een handvol sappig, opgezwollen k*tspek aan te treffen.. en daar tot zijn verrassing een forse penis in erektie met een paar goed ontwikkelde testikels in de houdgreep heeft. En me daar toch godverdomme kwáád wordt... en gelijk die tra vestiet begint af te tuigen en in z’n kolere zijn pruik van zijn kop rukt.
Daar sprongen toen allerlei andere even ruimdenkende lieden op en tussen, met zeer uiteenlopende bedoelingen, en iede reen had ineens wel weer een vriendin of een billenmaat, die even het leven uit moest worden geholpen of juist verdedigd tegen algemene aantijgingen. Messen flitsten in het schaarse kaarslicht en hier en daar werd zelfs een gas pistool getrokken. Verschillende gasten grepen ook gretig de gelegenheid om ouwe vijanden een ram recht op de bek te geven, een kruisslag, een trap in de ballen of een peut in de maag die een Zwaargewicht Kampioen Boksen niet zou mis staan tijdens een partij over vijftien ronden, onregle mentaire, doffe klappen in de nek, die tegen de barspiegel weerkaatsten, snijtanden vlogen in het rond met de bebloede wortels er nog aan, kletterden tegen de plavuizen als een gebroken snoer pa rels- ach, bloed spoot in het rond: u weet hoe dat gaat onder echte vrienden in het geperveteerde artistieke kroeg leven, daar kan een kunsthandelaar Pieter “peanuts” Breekhout uit Kortezwaag over mee lullen, die kwakte een glas rode wijn over de Haute Couture dress van een metgezellin van mij in 2001.

Welnu - toen grepen de buren, tatoeage apen uit de bouw met honkbal knuppels in en zijn er drie auto's van de politie knuppelend aan te pas gekomen om de zaak te ontruimen. Dat werd ook nog een enorme heisa, want toen het gevecht een maal goed op gang raakte was de helft van het vrouwvolk - al dan niet op de grens van een orgasme, want martelen, moorden, marcheren en geweld geilt iedereen op - half gekleed of liever ontkleed, de gracht op gevlucht of het water in gekieperd om af te koelen, met achterlating van tasjes, schoenen, kondooms, dildos, vibrators, zweepjes, pepper spraybussen, Derringers, handboeien, tepelklemmen, lipsticks, king size pakken maandverband, flagyl tabletten tegen de kutschimmels, spuitbussen haarlak, al of niet gebruikte tampons of andere vrouwentroep.
Veel lol viel er voor de politie overigens niet aan te beleven, want geen mens wilde een aanklacht indienen. De sfeer verbroederde na afloop met de minuut. Iedereen was weer als vanouds de dikste vrienden met mekaar en stonden elkaar met bebloede koppen, blauwe plekken, schrammen en builen weer als vanouds af te lebberen en met blikken van verstandhouding lachend toe te drinken!
Geen mens ook bracht de politie ervan op de hoogte dat het betrokken café officieel al weken failliet was. De absolute kick voor de insiders kwam, toen Onze Frank door de Sterke Arm bedreigd werd met de waarschuwing: “Nog één keer zo’n grapje , en U bent uw vergunning voor goed kwijt!”
Ach, Heren, doe me dat niet áán!'” jammerde de al maanden failliete, beroepswerkeloze Frank hypokriet.
Ik zal zorgen dat het nooit meer voorkomt, heren, maar trek mijn ver gunning niet in, anders ben ik mijn broodwinning en mijn wijf kwijt aan Fred van der Wal, die tippelt al jaren op d’r!” slijmde hij onderdanig.
"Voor deze ene keer dan, maar laat het niet weer gebeuren!”
De medeburgers die dat gezellig avondje hebben meegemaakt, praten er onder elkaar weemoedig nog wel eens over. En het was er alleen maar door begonnen omdat Cat, de dorstige Rooie Rufus, Rochus de Rufter, Bertus Stijgerpijp samen met Tinus Tussengas aan een simpele fles jonge jajem wilde helpen als smeermiddel voor een gortdroge, schorre strot. Frank zei later tegen mij: 'Ik ben de volgende morgen met die dolle Mafk*t stiekum nog effe gaan kijken naar de kolereklotezooi van de vorige nacht. De barkrukken aan barrels, geen glas meer heel, de spiegels naar got, de bierpomp half afgebroken, in de spoelbak lag een walmende drol, door geseken slipjes lagen in de toiletten, bebloede maandverbanden, opgezette tampons ter dikte van kachel pijpen verstopten de spoelbakken en de grote spiegelruit was gebroken door een tafeltje dat er dwars door heen naar buiten was gegooid.
Ik lazerde na drie passen al op mijn bek. Het was er spekglad. De hele tegelvloer was één glij baan van plassen drank, ingetrapte bitterballen en kroketten, tevergeefs vergoten bloed, stront en rottend sperma.
Je glibberde op het geil gewoon de gracht in! Bah. Niks voor mij als propere boy!'
Maar aan die studenten sociologie is die avond helemaal niet besteed ge weest. Die orgie was niet sociaal bewogen geweest, de falsifikatie theorie van Popper was er niet op van toepassing en dan hebben ze er statisties niks aan op de Universiteit, die positivisten, geloof ik, maar dat moet ik even vragen aan die Groningse Hans doktorandus van Seventer die van de hoed en de rand weet als het de algemene veldtheorie van de echtelijke gristullukke samenleving in vrijgemaakt gereformeerd kunstmaand verband betreft. Gotsalmeliefhebbe!
Ik ben de kleurrijke Mike Podulke na zomer 1969 uit het oog verloren. Ik wist dat hij en zijn maten je met liefde mee trokken in de algemeen gangbare gallemiesse in een neer waartse spiraal.
De weg naar de hel is geplaveid met drankgelagen, gebroken bierglazen en kroegmaten. Daar had ik geen zin in.
Ik ontmoette Mike nog één maal op een warme zomermiddag in een gracht enkroeg waar hij strontlazerus zat te ravotten met de roemruchte Haring Arie, een bekende vechtersbaas en pooier van de Wallen, die zijn otobiografie aan het schrijven was.
Voor het eerst had ik minachting voor en medelijden met Mike. Ik zag hoe een groot talent al zijn kansen vergooide en ten onder ging in de drank.
Ik voelde iets van mededogen, pijn, spijt en onmacht dat ik hier niets aan kon veranderen en besloot dat ik hier niet meer bij wilde horen.
Ik ben na een tiental pilsjes opgestaan en weg gelopen zonder te groeten of af te rekenen. Gulle Mike keek immers niet op een paar pilsjes meer of minder. Huiswaarts. Onze dochter was nog geen half jaar. Ik zette een streep onder mijn verleden van drankzucht, tegennatuurlijke uitspattingen, ontucht, roof moord, doodslag, overspel, groepseks, zwarte magie, rituele moord, mensenoffers, geweld en drugs. Ik was besloten een brave burger te worden. Getemd door Kerk, Kut, Karnaval, Kaas en Kapitaal. In het gareel gehouden door het lieve vrouwtje. Gevangen in het huwelijk. De grote Kut val van het officiële boteerbiefje was dichtgeklapt nadat ik aan als een muis figuurlijk aan de muizenval met het blok kaas dat k*t heet had geroken. Ik zat gevangen. Ik werd een karakterloze meeloper. Net als al die andere BKR artiesten. Lekker slijmen met de subsidieverleners. Stroop smeren, reten en hielen likken tot je tong een stuk grof schuur papier was geworden.
Nou hangt het er natuurlijk vanaf wat er aan een te likken reet vast zit want ik ken enkele mannen en vrouwen die ik met liefde gerimd hebt en ook nog een die ik uitvoerig ga rimmen, maar dat is de laatste en haar naam ga ik hier niet noemen want dan staat heel de kunstwereld van Arnhem en omstreken op zijn achterste, harige benen of kromme poten. U moet maar wachten op mijn otobiografie, daar kunt U het allemaal fijn in lezen over vijftien jaar.
Nee, ik ben nooit gepakt door justitie! Ik beken! In moreel opzicht ben ik mischien schuldig! Wie zal mij oordelen? Wie is een held? Hij die straffeloos onvoor zichtig is geweest Ik was altijd al zo link als een looien deur! In 1975 ver trok Mike naar Duitsland en woonde in Bremen samen met een Duitse kleuteronderwijzeres. Hij exposeerde zijn werk nog een maal in Amstedram in een kroeg. Hij gebruikte het pseudoniem Gabriel Peczuro uit het boke Lieve Zuster Ursula van Henk Romijn Meijer, een boek waar ik zelf ook nog in voor kom. Ik kwam bij Mike Podulke jaren over huis toen ik nog in de Nieuwe Spiegelstraat woonde. Zijn huis was op de Leidsekade. In 1988 overleed Mike veel te vroeg. Ouder dan 66 jaar zou hij niet worden. Ik heb veel van hem geleerd. Hoeveel fotos van tentoonstellings opening en in Galerie Mokum in de sixties heb ik niet waar hij op staat? Soms denk ik aan hem en rouw…maar niet voor lang! Mijn leven gaat door. Andere verten roepen, andere horizonten ontplooi en zich. Ik zal nog eens doorbreken naar boulevards van mededogen, samen met de Maan godin Isis...

0 commentaires:

Enregistrer un commentaire

Abonnement Publier les commentaires [Atom]

<< Accueil