mercredi 23 mars 2011

Wie geen rancune kent of geen vijanden heeft, die heeft geen karakter

Wie geen rancune kent of geen vijanden heeft, die heeft geen karakter

Wie geen rancune kent of geen vijanden heeft, die heeft geen karakter.

Ik bedoel het echt allemaal heel serieus. Ik ontmoette jaren gele den de oud recensent van de kunstredactie van Elseviers Magazine, die niet alleen een interessant ogende echtgenote heeft, goed van belijning en zo, kleding smaakvol, verbaal begaafd, zakelijk ta lent, staat op de markt met een kraaam vol snuisterijen uit Bali, maar waar ik het binnen twee minuten al nergens met hem over mee eens was en dat is meteen al veel belovend, want dan heb je tenmin ste nog iets aan gespreksstof.
De meeste webloggers bijvoorbeeld willen mee praten over de socio logische context van de beeldende kunst, maar weten nergens iets van af en gaan dan nonsens debiteren.
Nog erger zijn de ongeschoolde kunstartiesten die denken literatuur te schrijven door allemaal hoog dravend pseudo filosofisch geleuter op te schrijven.

Die ex-recensent was een nieuwkomer in het beeldende kunstenaars plantsoen, wist nergens iets van af, maar trok alles in twijfel wat ik te berde bracht en dan kijkt hij vreemd op als hij na een paar bezoeken over en weer de deur uit wordt getrapt.
Natuurlijk heb ik gelijk, dat staat buiten kijf.
Ach, beeldende kunstenaars met hun aan- en inhang; ik heb er geen hoge pet van op. Ik moet altijd wat weg slikken als ik bij zo iemand op bezoek ben. Over het algemeen zijn ze zeer links en pacifisties georiënteerd, zo lang het ze zelf goed uit komt en de uitkering maar binnen komt. Ja, dan kunnen ze overdag lekker slapen omdat ze zich schamen voor hun bestaan. Ze zijn zo humaan en menslievend, zo tolerant, zo ruimdenkend, maar het is allemaal even vrijblijvend en gespeeld.
Nee,d an heeft U aan mmij een goeie.
Wie geen rancune kent of geen vijanden heeft, die heeft geen karakter.
U kent uiteraard de min of meer in het kulturele haven gebied van Rotterdam bekende Repelsteel Bemel mans, met iedereen bevriend, altijd in de weer met lekkere dingen kokkerellen, vrouwtje verwennen, de katten eten geven als zijn dasje goed zit of druk doende glaasjes vol te schenken, voortdurend even vrolijk en opgewekt, de hele dag van tralalala…ziet overal de de zon schijnen, zelfs nog met een zonnebril op onder de dekens in de donkerste pool nacht tussen de dijen van het lieve vrouwtje als hij op de bef toer gaat.
Hij riep bij de eerste ontmoeting in ons huis verrast uit dat hij nu een kunstenaar had ontmoet die nog serieuzer was dan hijzelf, hetgeen mij weer zeer verraste.
Ik ben zelden serieus genoemd. En dan moet U weten dat menig op art. 31 gereformeerde grondslag heel fijngelovige meneer en me vrouw mij een buitengewoon ontuchtige sadomasochistische bisexuele lingerie fetisjistische promiscueuze gederailleerde, dwangmatig door sex geobsedeerde losbol vindt, die volgens hen bij maanlicht in dameslingerie door de tuin walst op die vreselijke muziek van Strauss en zich bij vol daglicht laat afzwepen door zijn Meester(es) op de maat van de stampende accoorden en het dwingende ritme van The Velvet Underground.
Ik zou willen dat het waar was, maar dat kost heel veel ccentjes en die besteed ik veel liever heel anders dan in de bedstede van een betaalde juffrouw.
Soms amuseert mij dat wel, al die christelijke vooroordelen, maar ik vind het ook vaak heel ergerlijk, want ontkennen helpt toch niet, dan maak je jezelf nog meer verdacht bij die fijne gristenen.
Maar ja, er wordt toch niet naar mij geluisterd.
Het verschil tussen R. en mij is dat hij een optimistische romanticus en een hedonist is en ik een pessi mistische realist en in mindere mate een hedonist.
And the twain shall never meet ( ?) en dat is maar goed ook, zegt U ?
Daar geloof ik dus niets van, want hij heeft toevallig wel een heel fijne fiets met open kettingkast plus eenentwintig versnellingen en ik een ouderwetse velo van mijn overleeden schoonvader met maar drie ver snellingen, dus voor de tweede colline vanaf Couloutre naar Donzy moet ik al uitgeput van mijn dertiger jaren rijwiel af stappen en een heel stuk lopen met een kop als een tomaat en dan gaat hij er als een speer vandoor, kijkt even achterom en wuift even uitbundig. Ik doe dan met een gezicht als een oorwurm uiter aard alsof ik niets zie, want je moet toch wat.

Ik ben niet iemand van compromissen uit gemakzucht en amuseer mijzelve uitstekend. Iemand heeft in de zeventiger jaren van de vorige eeuw een boek over mij willen schrijven (een ex-leraar met zes M.O. aktes die nu al lang is overleden) en dat was net in de tijd dat ik al herhaaldelijk zei dat ik het modewoord 'evaluatie' zo verschrikkelijk vond - het wordt nu een beetje minder gebruikt. Die man wilde een boek over mijn werk waarin op iedere bladzijde iets uit mijn werk of leven krities zou worden geëvalueerd en Freudiaans geinterpreteerd, naar de mode van die tijd, waar ik toen al fel op tegen was. Dan is het toch wel duidelijk dat ik tegen de keien sta te preken. Ik heb die uitgave ook afgewimpeld, net zoals ik de kunsthistoricus Dr. G. Birtwistle van harte bedankte in 1983 om een artikel over mijn werk voor het Ste delijk Museumjournaal te schrijven want daarvoor vond ik het veel te vroeg. Hij ontkent nu overigens dat aanbod te hebben gedaan en dat is weer heel tieperend voor een gereformeerde glimpieper.
In 2003 vroeg ik hem een voor woord te schrijven bij een catalogus van mijn surrealistische werk 1964-1984, dat nauwelijks is geexposeerd, maar daar voelde hij helemaal niets voor, want kunsthistorici varen graag op veilig, die schrijven nog het liefst over dode kunstenaars, die kunnen tenminste niet tegen spre ken.
Ik weet ook heel zeker dat hij door gefrustreerde vrijgemaakt gereformeerden als de de latent homo sexuele Groninger H. en de van zijn gereformeerde geloof afgevallen gefrustreerde tekenleraar M., de poepkliederaar uit Kampen, die zo graag in het geheim poep- en piessex porno boekies verzamelde en de tekenleraar J. uit Groningen tegen mij opgehitst is.
Het was daarom niet alleen maar prettig om in Frankrijk te zitten, soms voelde ik mij de laatste jaren zeer ontmoedigd en heel erg gedeprimeerd in het calvinistische Nederland. Ik had ook jaren lang last van zware astmatiese klachten en chronische bronchitis, die zo ernstig waren dat een ziekenhuis opname noodza kelijk bleek, anders had ik hier nu niet meer gezeten, ik ben bijna gestikt, kreeg zelfs last van ern stige evenwichtsstoornissen en dat is hier voorgoed voor bij.
De lucht in de Bourgogne is de zuiverste van Europa en anders is daar wel de afwezigheid van Neder landse collegaatjes en mijn Pulmicort inhalator waar ik reuze baat bij heb.

Amsterdam vond ik altijd al erg provinciaal, vergeleken bij Parijs of Londen. Dat programma van Ber nard Pivot, dat proberen sommige mensen in Nederland te imiteren, zoals Adriaan van Dis, maar die hebben helemaal niet die woordenstroom op niveau, de parate kennis, een grapje hier en daar, one liners bij de vleet, gelardeerd met wise cracks, rond te strooien als pepernoten door de goede Sint.
Als je ziet hoe die arrogante Pivot behandeld werd door een stom dronken Charles Bukowski! Heel Franrkijk kocht de volgende dag de boeken van Bukowski.
Die man (B.P.) heeft die boeken echt bestudeerd, die las toch vier, vijf boeken in één week en bij saillante passa ges legde hij papiertjes. Dat hebben we in Nederland niet. Ze zitten hier maar wat uit hun vette nek te kleppen en te leuteren. Als je de kunstkritieken in de Elseveire las van hier boven genoemde kunstcriticus, één en al gelul, die man had geen verstand van wat hij schreef, dat was een ex-direceur van een soort theater waar kindercircus Elleboog op trad. Of ze laten de mensen even voelen: ach, we hebben het hier even over Nederlandse literatuur c.q. beeldende kunst, maar ik heb natuurlijk veel meer verstand van de Amerikaanse of de Engelse, zoals dat bekakt sprekende bisexuele NRC fatje Adriaan van Dis.
Dat is in kranten ook zo. Als een Nederlander iets citeert, dan citeert hij iedereen behalve een andere Nederlander, want hij is bang voor provinciaal aangezien te worden.
Neem nou het uit Amerika overgewaaide afgrijselijke verschijnsel van de stand up comedian. Ik vind het walgelijk. Iedere platte mislukte komiek denkt in Nederland een Lenny Bruce te zijn. Als ik een cabere tier hoor raaskallen over koningin Beatrix die anaal geneukt wordt door meneer de potsenmaker zelf op het toneel en door zijn naar binnen gestompte keiharde dikke cabaretlul een bebloed poepertje er aan over houdt, dan bekruipt mij een gevoel van er gernis.
Ik vind het geen majesteitsschennis, hoor, daar ben ik teveel republikein voor. Ik vind het helemaal niks. Zouteloos. Ik zou ‘m graag eens op zijn bek slaan. Ik vind ondanks mijn aversie tegen art. 31 aanhangers de vrijgemaakt gereformeerde Hans Werkman trouwens de meest lezenswaardige literatuur kritikus in Nederland.

U dacht in het begin dat Fransen niet tot de menselijke soort behoorden ?

Inderdaad. Ik sprak zo nu en dan de eerste maanden hier in de Bourgogne nog wel eens een Engelse dominee (Trevor Bryan) uit Cosne en het eerste wat ik hem vroeg of die Fransen Aliens waren. Are they really human? Vliegende Schotel piloten, van die kleine mannetjes met grote, rare ogen dacht ik, op zijn best, maar dat was toch niet zo volgens hem.
Hij vond ze wel suspicious, maar dat treft ; dat ben ik ook. Onderdehand is hij van zijn vrouw gescheiden die na een mislukte zelfmoordpoging weer stevig aan de hasj is en heel relaxed met een gebutste guitaar (met een etiket er op: this machine kills !) op straat in Nevers zestiger jaren liedjes zingt over peace and love, dat het antwoord in de wind ligt, vervolgens de konsekwentie trekt en met de pet rond gaat.
Je moet hier trouwens alles zelf doen, dan red je het, dat is wel waar.
Het is pionieren in Frankrijk.
In Nederland bemoeit iedereen zich met de ander; hier bemoeit men zich hoofdzakelijk en bij voor keur alleen met zichzelf. Een verademing. In Nederland luistert de ene helft van de bevolking de andere af. Dat hebben wij in ons laatste huis in Friesland zelf ervaren. Daar waren we heel snel achter. We hebben met heel wat hier gevestigde Nederlanders een zeer goede band en dan bedoel ik niet die categorie die hier twee maanden per jaar verblijft en dan gauw weer naar Rotterdam vertrekt om thuis kerstmis en oud jaar te vieren. Het is ook een heel ander slag dan hetgeen zich in Friesland vestigt en daar blijft hangen.

(wordt vervolgd)

0 commentaires:

Enregistrer un commentaire

Abonnement Publier les commentaires [Atom]

<< Accueil