dimanche 22 mai 2011

DOORSTOMENDE KLAVERBLADDIAANSE POST FREUDIAANSE HETE SEX VRAGEN OOK HIER BEANTWOORD

DOORSTOMENDE KLAVERBLADDIAANSE POST FREUDIAANSE HETE SEX VRAGEN OOK HIER BEANTWOORD OHNE DOPPELTE BODEN UND JETZT KOMM ICH! RAAAAAAAAAABIERELULLLLLLLL…..

Hele folianten lopen als olifanten door de skejsuwelen porseleinkast over van het seksjuwelen geëtter.

De paginas glibberen van het geil uit je begerige poten. Verwacht van mij geen doekjes voor het bloeden, want alle burning desire doekjes staan als koekjes van eigen deeg stijf van de kwakken en dat geeft een andere kijk op de zaak.

We gaan eens effe het doosnee seksjuwe len leven van een Begenadigd en aan de andere kant toch ook weer groot artist (spreek uit:artiest) behandelen op vrijwillige basis in kort verband.

Klavervraag 1: Het lijkt me dat je als kind warmte moet hebben ervaren wil je tot liefde kunnen komen?

Daar kunnen we kort over zijn; die warmte was er niet en dat maakt van kleine jongens grote jongens. Meisjes met grote jongens of kleine jongens maken mij niets uit. Het zit 'm niet in het formaat.

Klavervraag 2: Was er zoiets als een bepalend beeld dat je vanuit je kinder tijd meekreeg?

Dat de wereld van de grote mensen bedreigend was . Een bedreiging die moest worden bezworen.

Klavervraag 3: De generatie die niet voorgelicht werd over sexualiteit of lichamelijkheid.

Beide begrippen over het wippen werden als smerig gezien.

Klavervraag 4: En dan zie je vaak dat er afwijkende patronen ontstaan.

In dat homo gedoe zag ik niks. Ik ben altijdd een romanticus pur sang geweest. Daar is in het homoseksjuwele leven geen enkele plaats voor, daar is het uiteindelijk toch van met mijn lul in de hand, kom ik door het ganse land. Wie er wat van zegt kan een proces aan zijn verstelde heterobroek krijgen. De maatschappij is totaal verhomoniseerd. Mannen met oorbellen, wenkbrauw piercings, tepelringen en tattoos. Getverdemme!

Klavervraag 5: Hoe ontwikkelde zich dan je sexualiteit?

Het bleef in de ouwe doos. Mannenkoor karren spoor. Lekker op de trekker…ik bedoel het is zo lekker om te trekken aan je stekker! Ik ben voor de mutuele masturbatie.

Klavervraag 6: Ondertussen was er in de 70's het proces, de periode van het door breken van sexuele taboes.

Niet aan mee gedaan. Ik ben nogal een loner.

Klavervraag 7: Ik mag aannemen dat je uit liefde getrouwd bent?

Er moest een kindje komen. Liefde? Wat is dat? Haar naam was Lotje; zij kwam uit een gescheurd kapotje!

Klavervraag 8: Als je 68 bent, kun je de vraag beantwoorden: Wat is liefde?

Zoals de Amerikanen zeggen: Love is just a four letter word. En verder? Love stinks!

Klavervraag 9: Hoe zou je, als single en niet-getrouwd, je sexualiteit hebben beleefd?

In elk geval niet naar de hoeren. Misschien een roze rubberen fopkut met pomp, zuig en klop mechanisme kopen maar wel op tijd de batterij vervangen. En een anus vibrator voor dubbel genoegen. Plus vibrerende tepelklemmen. Een electrotorture sex apparaat.

Klavervraag 10: Hoe zie je sexuele opvoeding?

Die was er niet. Ik vond het trouwens een privé zaak. Ik houd helemaal niet van dat modieuze geëmmer om over gevoelens eindeloos door te lullen

Libellés :

jeudi 12 mai 2011

REACTIE VAN LEZERS OP CYCLUS GESPREK MET AUTEUR ADRIAAN MORRIËN DOOR FRED VAN DER WAL

REACTIE VAN LEZERS OP CYCLUS GESPREK MET AUTEUR ADRIAAN MORRIËN DOOR FRED VAN DER WAL

Joostx 10-05-2011 21:38

Morrieën had de erotiek ook familiair dichtbij

in een gedicht waaruit spijt klonk dat de dochters uit bed moesten

voor het arbeidsproces.

Ik vond dat een heel mooi gedicht.

Zijn er weer nieuwe feiten?

Goed dat je ban is opgeheven.

fred van der wal 10-05-2011 21:46

Morriën is een heel bijzonder mens geweest

heb je zijn vuistdikke biografie gelezen?

Die man heeft erg veel gedaan voor de literatuur

een veel prettiger mens dan die hele Hermans

een libertijn

die zich los heeft gevochten van zijn calvinistische achtergrond

er zijn aspecten in zijn leven waar ik minder van ben gecharmeerd

maar we kunnen niet alles hebben

PS Kijk uit voor die buurman

Die schorsing is na 2 weken opgeheven

ik kom daar op terug na 1 juni

nu niet

het was niet een groot probleem

het wordt hard tijd dat je publiceert in boekvorm

Selma 10-05-2011 22:13

"Ik heb nu weer de tijd"

staat in de kast,

zal het snel gaan herlezen!

Woon tenslotte op de plek waar AM zijn jeugd doorbracht,

en zat (veel later) op dezelfde hbs, in IJmuiden

fred van der wal 10-05-2011 22:18

Dag Selma

Bijzonder mens

meeslepende voordracht

door Hermans slecht behandeld

hoe Morriën zich heeft ontworsteld aan zijn milieu

top

hij behoort tot diegenen uit het cultuurplantsoen die als zij overlijden een

vacuüm achterlaten

dat door zijn unieke onmisbare persoonlijkheid

niet gevuld kan en zal worden

nooit zal er een tweede Hermans op staan

net zo min als met Morriën het geval is

fred van der wal 10-05-2011 22:18

Selma

Ik heb je reacties op de Grote Drie gelezen bij Klaverblad en kan mij daar zeer in vinden

Selma 10-05-2011 22:21

Maar ik heb Morriëns verzamelde gedichten ook in de kast,

gesigneerd, want ik heb hem gewoon eens opgezocht op een zonnige middag in zijn kroeg in de Plantagebuurt, en hij was toen erg vriendelijk tegen zijn onbekende lezeres.

fred van der wal 10-05-2011 23:14

Ik heb ook het een en ander van Morrien

dichtbundel en essayistisch werk

verspreide publicaties

inerdaad

hij was optimaal benaderbaar een te laat geboren romanticus?

Niet opgewassen tegen cynicus Wim Hermans

zei Hermans niet eens dat over het proza van Morriën een langdradig lentezonnetje schijnt

ik denk in de Mandarijnen

die tijdbom onder reputaties die op lucht waren gebouwd

fred van der wal 10-05-2011 23:23

JOOSTX

MORRIËN WAS GEOBSEDEERD DOOR SEXUALITEIT

dwangmatig

neurotisch

Klaverblad 11-05-2011 00:12

Met interesse gelezen.

Ik lees elke avond minstens één gedicht.

Deze avond:

Onderwereld

Als man ben ik een vrouw en daarom houd

ik lesbisch van vrouwen, homoseksueel

door dubbele omkering van 't geijkt systeem

der ruimte, slechts vermoedend wat er scheelt

als ik een schoot ontbloot en toegang zoek

tot ondergrond waar ik op eigen diepte stoot.

't Verhoogt de bittere voldoening van mijn bloed

een zwangerschp te voelen aan de leegte van

mijn buik die zich verdwaald weet in een man.

Ik draag een moeder in mij die mij kwelt

omdat zij koestert wat ik haar verwijten moet,

waarvoor geen nieuwe wetten zijn gesteld.

Zo wemel ik van bloedverwantschap met mijzelf,

een groot gezin van lusten die ik vluchtig ken,

maar onderhand ontdek als ik mij spelend meet

met vrouwen die haar naaktheid lang en breed

uitspreiden, niet verstrooid door wat een huid bedekt

die zich begerig uit haar voegen strekt.

Fred van der Wal 11-05-2011 08:44

Klaverblad

het geconstrueerde wereldbeeld

van een complexe persoonlijkheid

bereelk 11-05-2011 11:29

Interview met Morriën in de 'Nieuwe' Revu begin jaren 80;

"Ik ben anaal erotisch gefixeerd."

Ik had net een blowtje binnen en heb 10 minuten in een lachstuip gelegen

Fred van der Wal 11-05-2011 12:54

Bereelk

Ik vind dit soort mededelingen interessant omdat je daar aan ziet hoe literatuur en auteurs in brede zin kan functioneren en reacties uit lokken.

Fred van der Wal 11-05-2011 09:17

De cursief geschreven gedeeltes zijn in de eerste versie niet cursief gedrukt.

De goede verstaaander en lezer moge zich afvragen wat de reden daarvan is.

En die, goede verstaander en lezer, mag U zelf verzinnen.

Fred van der Wal 11-05-2011 09:20

Een enkele lezer heeft mij merkwaardig genoeg enkele malen verweten dat ik weblogbijdrages altijd bij stel en bij schaaf.

Hetgeen ik ddoe omdat ik nooit tevreden been over mijn tekst.

En dat zal die enkele lezer zich niet in zijn stoutste fantasie hebben afgevraagd of dat soms de reden was.

Hoe bevooroordeeld is menig lezer van huis uit niet?

Fred van der Wal 11-05-2011 09:21

Morriën poogde mij intieme details van mijn seksjuwelen leven te ontlokken. Ik ben daar niet op in gegaan.

Joostx 12-05-2011 02:58

ik ken maar een gedicht Fred

jij maakt er wel heel wat van,

dat seksjuwele leven van Adriaan.

je zal toch niet toevallig verliefd zijn?

je hebt mij beschuldigd

dat ik je beschuldigde en je beschuldiging

teruggetrokken omdat ik mijn fout zag

rond het woordje incest

nooit gedaan en goed beschreven

dat is Adriaan Morriën voor mij

en zijn dochters werden hoeren

in de buurt waar ik grote lessen leerde.

Niet teveel drinken Fred;

ik zie niet zo gauw taalfauten bei jau.

Wanneer ga je dit nou eindelijk eens uitgeven?

Fred van der Wal 12-05-2011 07:30

JoostX

Het veelzijdige rijke seksjuwelen leven van Morriën is bekend

hij maakte daar geen geheim van

en ventileerde dat via de roeptoeter van pulp bladen als

Nieuwe Revu

zoals je begrijpt ga ik niet in op het verleden

lijkt me net wat handiger

de dochters van Adriaan hoeren?

Eén werkte in de Yab Yum

en dan nog

heb ik daar geen moreel oordeel over

het is een vak vol gevaren

dat is mijn voornaamste bezwaar

de laatste vraag stelde ik ook een paar keer aan jou

ISIS 11-05-2011 17:04

LIEVE BEEST

JE BENT ER WEER.....

NA EEN ONTERECHTE SCHORSING

VAN TWEE WEKEN

KINDERACHTIG WAS HET......

MAAR JA...DE REDACTIE KAN HET ALLEMAAL NIET OVERZIEN

EN DE QUERULANTEN

NIET VAN DE ANDER ONDERSCHEIDEN

WE DOEN NET ALSOF WE RUSSISCH SPREKEN

EN VERSTAAN IN HET VERVOLG

DE INFANTILITEITEN VAN DE ANDER NIET.....

MMMMM......

MAAR NU TERZAKE......AANGAANDE JE BOEIENDE BIJDRAGEN

MET VOLLE BEWONDERING

GA IK JE DAGBOEKFRAGMENTEN DOOR SPITTEN

ZODRA MIJN OGEN

HET WEER TOELATEN

EN DAARNA EEN LIEFDEVOL

VOORWOORD VOOR JE SCHRIJVEN

VAN MIJN INDRUKKEN VAN DE FRAGMENTEN

VERVLOCHTEN

MET DE MAN DIE HIER ACHTER STEEKT

DE MAN WAARVAN IK HOU

TOT STRAKS LIEVE BEEST

XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Verban deze gebruiker (86.84.245.200) Verwijder deze reactie

Fred van der Wal 11-05-2011 18:36

hahahHAHAHAHA

IK BLIJF LACHIE LACHIE DOENE

EN NA 1 JUNI ZAL IK VGERDER IN GAAN OP SCHORSIE SCHORSENEREN

DE SCHORS DUS VAN D EKURK EIK

HÈ KURK EIK

ZEG VAN DE WALLEN BEJJE VAN DE POT GERUKT JA

GELUKKIG WEL

IK HEB VANDAAG EEN BOEK BINNEN GEKREGEN

EEN REPRINT VAN

ANDY WARHOL MET INTEVIEWS VAN FACTORY DEELNEMERS

EN THE VELVET UNDERGROUND

DAT ONVINDBAAR WAS

JA

TE KOOP VOOR 700 BUCKS ANTIQUARISCH

DE REPRINT IS MOOIER DAN HET ORIGINEEL

EEN HARD COVER

IEKE BLIJ

HET ORIGINEEL HAD IK IN 1971 IN HANDEN

EEN UNDERGROUND UITGAVE

ZAG ER DIRECT DE KUNSTHISSTORISCHE WAARDE VAN IN

DE VOLGENDE DAG WAS HET AAN

EEN ANDER VERKOCHT

PETRA VAN DE ATHENEUM BOEKHANDEL AMSTERDAM

WEIGERDE HET BIJ TE BESTELLEN

IKW AS TE BLEU OM TE PROTESTEREN

partout 11-05-2011 22:19

Welkom, back in town Fred.

Die Adrien Morrien met dubbele puntjes is een van mijn lievelingsdichters.

Ik heb op de Toneelschool destijds vele schunnige gedichten van hem voorgedragen.

Wat een po-eet!

Fred van der Wal 11-05-2011 23:01

HALLO PARTOUT

HET GAAT GOED MET JE HEB IK BEGREPEN

goed om te horen

Morrien aparte figuur

zijn poëtica sterker dan zijn wat temerige langdradige proza

als recensent schreef hij soms degelijke, leesbare kritieken

zijn ongebreidelde sexualiteit is de mijne gotsijdanck niet

deze man was grenzeloos geobsedeerd

het milieu rond Marte Röling niet de mijne

Henk Jurriaans een jurk van een kerel

elke introspectie ontbrak in die kunstenaarskliek

een en al lawaai en hoempapa

niet mijn kop van thee

Joostx 12-05-2011 02:47

De eerste zin had de laatste zin kunnen zijn;

wat je daartussen tovert blijft wonderlijk.

Ik lees niemand op de letter

want ik heb geen letter gelezen.

Aanbevolen.

Fred van der Wal 12-05-2011 07:25

JoostX

letters zijn er om te lezen

Fred van der Wal 12-05-2011 07:25

en verder handjes boven de dekens

Fred van der Wal 11-05-2011 23:46

EEN GOED GESPREK IS NOOIT WEG

Verban deze gebruiker (77.165.28.216) Verwijder deze reactie

Fred van der Wal 12-05-2011 08:32

EEN SLECHT GESPREK OOK NIET


Libellés :

lundi 9 mai 2011

Lange jaren

Zaterdag 23 maart 1996.

De kou van deze mistroostige, mistige, koude dag staat symbolies voor de bijna zes lange, uitzichtsloze jaren die ik aan de Da Costakweekschool voor onderwijzers , Koepellaan 8 te Bloemendaal , tegen mijn zin, doorbracht.

Ik sta vierendertig jaar later met dezelfde oudleerlingen (op twee na) van de tweede klas in het tekenlokaal waar je van alles leerde, behalve tekenen.

Ik weet op dat moment nog niet dat in de villa achter de kweeekschool in de Potgieterlaan de eens zo aantrekkelijke, blonde Els Bouma al negen jaar (na haar scheiding van Pierre Vinken, president-directeur van Elsevier), woont en we anderhalf jaar later in nov. 1997 een met alcohol overvloedig besproeide avond, wilde nacht en ochtend in haar prachtig gedecoreerde huis vol schilderijen en antieke meubelen, zullen doorbrengen en zij om half drie ‘s nachts aankondigt haar slaapkamerdeur (voor het geval dat) open te laten en einde loos blijft talmen in de deuropening van de slaapkamer waar wij zullen gaan slapen.

Ik ben er niet helemaal zeker van wat haar bedoeling is en speel het low profile. Zeg dat ik moe ben en wil gaan slapen.

Ik blijf onder alle omstandigheden de koele, afstandelijke minnaar van de koele meren des doods. Elke passie is mij vreemd.

Wil zij een eroties samenzijn in tijdelijk driehoeksverband?

Dan zijn we tien,vijftien jaar te laat. De tijd van erotiese spelletjes is voorbij. Waarom was ze nooit to the point en duidelijk in wat zij wilde?

Misschien zou de match geslaagd zijn in de jaren tachtig, die decade vol van sexuele experi menten voor mij en mijn wederhelft, maar het is nu over en sluiten voor mij in het aids tijd perk. Geen komplikaties op het erotiese vlak!

Ik zag Els Bouma voor het laatst in 1976 en nam na een vervelende, overbodige ruzie waarbij ze mij in het atelier van een Haarlemse kontraprestatie artiest beledigde, voor een periode van twintig jaar verontwaardigd afscheid van haar.

De reïnie. Meer dan dertig jaar geleden vormde dit handjevol vermoeid ogende grijzende mannen en vrouwen van deze reünie mijn klasgenoten met wie ik minder kontakt had dan met de kat van de buren. Ik voel me deze middag slecht op mijn gemak in de grauwe, verveloze en verwaarloosde leslokalen van de villa waar eeens de kweekschool was geves tigd, een gebouw in dertig jaar in niets veranderd. Het trieste grauwe onbestemde licht van deze mistige winterdag stemt mij niet echt vrolijk.

Wat doe ik hier in Godsnaam? Waarom heb ik me door Dick van Heyst over laten halen voor deze Mission Impossible? Wie geconfronteerd wordt met het topografiese terrein van zijn morele nederlagen en zijn verdriet om wat niet is en nooit iets zou worden moet meer onverschilligheid en optimisme geneties hebben mee gekregen dan ik ooit heb kunnen opbrengen.

Nooit zag ik tijdens die kweekschooljaren de zon door de ramen of in andermans water schijnen. Niemand heeft ooit een woord van troost of mede leven met mijn lot uit gespro ken.

Mijn leermeesters aan dit instituut van de middelmaat heetten; niks, naks,notting en niemendal.

De door bevlogen, onnozele adspirant schooljuffrouwen geadoreerde leraar Nederlands, Leen Kip, die zichzelf een miskende kruising waande tussen: Sarte, Camus, Vestdijk en de al lang terecht vergeten Zweedse filmer sombermans Ingmar B., is al lang en breed verlaten door zijn tweede vrouw (vriendin van Marlou W.) en eenzaam overleden in bitter heid en gramschap. De films van Ingmar opgeslagen in bestofte, verroeste ronde filmblik ken ergens in een filmmuseum.

De enige afwezige manlijke klasgenoot, Kees Bregman, zijn achternaam een anagram van Bergmann, is al jaren gedompeld in de absolute waanzin en slijt monomaan mompelend een doelloos bestaan in de psychiatriese inrichting Vogelenzang waar de ingeslotenen vogeltjes aan de binnenkant van de hersenpan horen kwetteren en imaginaire snaveltjes tegen het schedeldak tikken.

Soms belt hij mij nog wel eens op. Een urenlange trieste monoloog van droefgeestige waan zin en flarden van een opgerakeld verleden dat niets met mij te maken heeft. Hij herinnert mij aan voorvallen die ik al lang vergeten ben.

De Gemeente Haarlem, omringd door gekkenhuizen tot diep in het duinlandschap, dat dorp Haarlem voorzien van verhoudingsgewijs de meeste kroegen van alle steden, zorgt voor een konstante aanvoer van Korsakowlijders en andere artistieke geloofswaanzinnigen, die in rijen van drie de inrichtingen luidkeels De Internationale of een psalm in de O.B. (Oude Berijming) zingend het hek van het gesticht binnen marcheren.

Klasgenoot Kees Bregman, die me na vijfentwintig jaar per brief mededeelde dat hij op onverklaarbare wijze nu een slordige 130 kilo zwaar was geworden, schoon aan de haak en last had van vol gelopen, natte benen, die in het ziekenhuis werden leeg gepompt alsof het een ondergelopen kelder na een water ramp betrof. Emmers vuil water tapten zij af uit een ventielslang die onderhuids was in gebracht. Het brakke breekwater uit zijn lendenen vloei de traag af naar het Spaarne via een ingenieus afwateringssysteem.

Is dat de reden dat hij nooit een vrouw heeft kunnen krijgen?

De leraar Nederlands, voor de klas kauwend op lucifershoutjes, moderne zwavelstokken gedompeld in aluinzuur en fosfor, heette Kip. Zoals menig gefrustreerde onderwijskracht meende hij zijn uil een valk te zijn. Marlou vond hem hoog begaafd. Het is mij nooit opge vallen. Ik vond hem een beroepsoudehoer die boekjes nawauwelde. Als zijn naam in plaats van Kip nu nog adelaar was geweest zou er mischien nog een loodzware schrijf machine naar hem zijn genoemd. Deze leraar was een liefhebber van Vestdijk. Ik hoorde bij het W F Hermanskamp, een verboden schrijver op het christelijke instituut.

Goede raad verschaften mijn leraren mij nooit en met het uit ‘t hoofd leren van vijftig psalmen en gezangen van tenminste drie coupletten, waar ik de nodige moeite mee had, omdat ik niet uit een christelijk gezin kwam, komt niemand een steek verder, tenzij hij een zoveelste schisma wil bewerken of kerkelijk werk wenst te verrichten. De kerk, vluchthonk voor de onbekwamen en de onnozelen. Ik heb nooit de ambitie gehad mijn 95 stellingen aan de deur van de school te nagelen, daar vond ik het allemaal veel te onbelangrijk voor.

Het gezeur en geleuter van de aan de school verbonden moraaltheologen en fenomenolo gisch geschoolde pedagogen ging mijn ene oor in en het andere nog sneller weer uit, alsof een deeltjesversneller in mijn hersenen de nonsens vleugels gaf met de snelheid van het licht.

Eigenlijk bracht ik de schooltijd grotendeels half slapend of mijmerend in de achterste bank door en zorgde ervoor om voor alles een zes te halen.

Mijn eindexamenlijst was een en al zessen parade tot grote woede van de direkteur, die mij het liefst had laten zakken. Superieur grijnzend hoorde ik bij de diploma uitreiking zijn emotionele tirade over mij aan.

“Een jongen die wel kan, maar niet wil! Dit is een schande, die wij als direktie niet zouden moeten laten passeren, maar wij kunnen niet anders! Hier staan wij! Wat moeten wij? Zo helpe mij Godt Allemachtig!”

Godtallemachtig nog an toe, beaamde ik in stilte, geen ogenblik van mijn stuk gebracht, hand in hand met de slanke Els D., die in een strak jurkje van zwart fluweel was gekleed.

“Ik herkende je totaal niet,” zegt tijdens de reunie een gedistingeerde, vriendelijke dame met veel goudkleurige sieraden mij. Ik houd van dames die als kerstbomen zijn opgetuigd. Zelfs haar fonkelende brilleglazen zijn in een gouden montuur gevat. Het staat haar goed. De mis kommunikatie is ook van mijn kant bij voorbaat al evident.

Ik antwoord: ”Dat is dan in ieder geval, om mee te beginnen (later zien we wel verder of niet) geheel en al wederzijds!”

Ze bevalt mij wel. In tegenspraak met haar delikate verschijning zal zij even later een grote stationwagon met een snelheid en een alerte bedrevenheid keren en wenden die mij doet verbazen. De nog steeds ietwat exoties ogende Jolly van der L., eens de Sofia Loren van de klas, doch niet gezegend met al te veel intellekt, is het aanzien als curiositeit waard, maar voor hoe lang. Haar basedowse ogen vermoeden een vroege blindheid.

De jaren blijken voor sommige aanwezigen dubbel te hebben geteld. Nog even en zij kunnen figureren in een onsmakelijke reclamespot voor incontinente, lekkende Tenaladies, realiseer ik mij.

Nooit wisselde ik met een van de aanwezigen meer dan drie zinnen.

Een vrouw naast mij hoor ik tegen Ina over mij zeggen:”Hij was een stille jongen, die nooit wat zei. We hebben nooit geweten of hij eigenlijk wel kon praten. Hij had het niet zo leuk bij hem thuis. We hadden geen van allen een hoge pet van hem op. Hij maakte een ongemeen domme indruk! Non communicatief is missschien een betere term. Wij dachten; dat wordt nooit wat met die jongen! Er komt niets uit! Hij kenmerkte zich door een zwijgend bestaan.”

Dat zal wel, schiet het door mij heen, maar niet voor Els D. Tegen haar heb ik zo verschrik kelijk veel gesproken tot ik uitgesproken en genezen was van mijn onzekerheid en bitter heid.

Zij maakte mij in elk geval duidelijk dat Gods wegen duister waren en zelden aangenaam. Om de Heire der Heirscharen te behagen moest je zaken als literatuur, kunst, powezie, popmuziek en belangstelling voor oude een moderne Jazzz opgeven, dat wist zij zeker.

Wie in een hogere macht gelooft zou met ten hemel geslagen ogen vroom zeggen: zij is niet voor niets op je pad gebracht.

Ik moet even denken aan dat boek van C.S. Lewis” Surprised by Joy “of aan dat Engelse spreekwoord in een leerboekje:”Life is full of strange surprises.” Joy heb ik in elk geval niet ervaren in christelijke kringen.

“In mijn herinnering was jij een domme, dikke, grote, slome, saaie, onhandige, onappetijte lijke, weinig interessante, altijd nurkse, zwijgende, ongewassen jongen,” typeert Meta mij op haar eigen zo sympatieke wijze, maar ze voegt er aan toe:”Ik geloof toch dat het niet helemaal klopt, dat beeld dat ik van jou had, misschien heb ik het wel helemaal mis en is het inlegkunde, omdat ik een hekel aan je had.”

Ik glimlach begrijpend en ga er niet op in. Het is een bewijs hoe de lachspiegel van de herin nering soms faalt en altijd vervormt. Ik was in de derde en vierde klas al lang sterk verma gerd en dertig kilo lichter dan nu, maar wat maakt het nog uit.

Ik verveel me in dit weinig inspirerende gezelschap van afgebrande onderwijskrachten, die zich druk maken om bapo uren, de vakantie uitkering en de VUT.

Ik glimlach als ik denk aan 1968 toen ik nog verder vermagerd was dat ik nauwelijks meer uit bed kon komen, die laatste twee weken voordat de eerste cheque binnen kwam die me een redelijk bestaansminimum als beeldend kunstenaar in de BKR garandeerde.

Het waren de gouden jaren, dat ik ‘s ochtends laat opstond, in de Nieuwe Spiegelstraat woondde, ontbeet in een coffee shop, naar het Stedelijk Museum wandelde om koffie te drinken, de laatste (gratis) catalogi van de lopende tentoonstelling op te halen, met mijn mooie vriendinnen, de exoties ogende Indiese Helen of negen jaar jongere asblonde Joke uit Haarlem naar het strand te gaan als het mooi weer was. Daar waren Yvonne, de bisexuele Catharina , mijn zomerliefde van de late sixties, de oogverblindende Mila , de langharige Aletta uit Rotterdam, Minouche uit Den Haag, Marijke uit Nijmegen en het dozijn dames dat ik al vergeten ben omdat er weinig aan te onthouden viel, maar alles aan te veergeten.

De ervaringen van dertig voorbijgevlogen jaren na die kweekschool leerden mij niets te verwachten van al of niet geplande ontmoetingen, van wie of wat dan ook die ooit betrok ken was bij dat onderwijs instituut. Wie op mensen bouwt doet dat op drijfzand en wie met schoolmeesters in debat gaat krijgt nul op het rekest .

De enige vreugde van onderwijspersonel is het uitdelen van onvoldoendes. De rode inkt waar zij dat mee doen is giftiger dan avondmaalswijn. Iedere interesse in mijn werk of persoon van pedante schoolmeesters of ambtenaren stuit op afweer mijnerzijds. Zelfs ontmoetingen met gelijk gestemden, gevoelsgenoten uit de S.M. sien, het Landelijk Netwerk Bisexuelen Nederland of de artistieke kollegaatjes eindigden altijd weer in chaos, moedwil en misverstand. Er is geen nooduitgang.

De auteur van Last Exit to Brooklyn sprong van een New Yorkse flat in de sixties.

Mijn medeleerlingen waren roestige schepen die elkaar zwijgend passeerden in de nacht, de radar uitgeschakeld, de stuurman in een diepe, alcoholies roes buiten bewustzijn, niet eens zeker van het tijdstip van ontwaken en zonder uitgezette koers. Er is geen hoop voor het menselijk tekort.

Al gauw na die kweekschooltijd communiceerde ik alleen nog maar per brief, telefoon of verstuurde teksten, statements en gedrukte uitnodigingen voor mijn honderden tentoonstel lingen in Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Duitsland en de V.S. Drie maal kreeg ik een uitnodiging om naar de V.S. te komen. Drie maal weigerde ik.

In Friesland noemen ze mij de bontste hond. De Friese kunsthistoricus drs. H.M. noemde me “ de belhamel met de grootste bek” en “een soft pornograaf”alhoewel hij mijn werk nooit gezien heeft.

Ik publiceerde vanaf 1965 teksten vol uitzichtsloos cynisme en in het gunstigste geval ver vuld van vrolijke wanhoop.

Anderen te ontmoeten op gezette tijden was mij al snel te veel moeite. De beeldende kunst werd voor mij een nooduitgang uit een ongelukkig bestaan. Als ik niet heel zeker had geweten dat het voor mijn geestelijk welzijn noodzakelijk was van tijd tot tijd mij onder de minder begaafde medemensen te mengen had ik zelfs dat nagelaten en me net als mijn gewaardeerde ex-klasgenoot van het Vossius gymnasium te Amsterdam, Martin Hartkamp, als auteur eenzaam en alleen gevestigd op de rand van Nederland aan de Oude Bildtdijk in de woeste Westhoek waar hij sinds 1977 woont en de hele dag in een gestreepte pyama rond loopt alsof hij een concntratiekamp gevangene is en uit verveling alle films van filmnet bekijkt. Sinds zijn scheiding van een hooggeleerde, tamelijk bekende criminologe nu einde lijk verkerende in een voortdurende inerte staat van rust.

Filmnet als de meest voor de hand liggende mogelijkheid om de tandeloze tijd door te ko men. Er zijn slechtere opties.

“Hij zat daar achter in de klas te vegeteren en tekende de hele dag rare, surrealistiese prent jes,” zegt Willy Z. over mij. Wat viel er meer te zeggen?

“Vanaf het derde leerjaar trok hij intensief op met Els D. Tussen de middag liepen ze vaak langs de lanen van Bloemendaal naar het kopje vlak bij het strand. Ik zag ze daar vaak staan op die uitkijktoren. Je vroeg je af of ze naar de toekomst keken, maar waarschijnlijk naar niets. Ze droeg in de derde klas een geruite, wollen, zwart wit geblokte cape, zoals die toen in de zestiger jaren in de mode waren, een zwarte trui en en zwart wit geblokte strakke rok en daaronder zwarte naadnylons. Ze had lang haar, een romantiese uitstraling, blauwgrijze ogen en leek nog het meeste op dat Franse tieneridool Francoise Hardy. Alleen in haar gezelschap overwon hij zijn reserves, onzkeerheid en zijn schuchterheid.

De koude liefdeloosheid van zijn haat dragende opvoeders bevroren jaren lang zijn gevoels leven tot ver beneden het absolute dieptepunt.

Zoals koning Midas alles in goud veranderde dat hij aan raakte, transmuteerden zijn opvoe ders bij Fred alles tot ijs, zegt een gedistingeerde dame uit het gezelschap heel stellig.

Weer weet ik niet wat ik op dit kommentaar moet zeggen, kijk een andere kant op en zwijg instemmend. Ze weten niets van mij af. Over niets valt meer iets te zeggen. Ik heb niets met de aanwezigen.

“Ik was korte tijd een jaargenoot uit een parallelklas van Fred. Ik herinner me heel goed hoe die vriendin van hem, Els heette ze geloof ik, hem totaal claimde, tot op het ziekelijke af. Ze liet hem geen minuut alleen. Hij liet het allemaal toe, dat viel me wel een beetje van hem tegen, vooral omdat ik zelf een oogje op hem had. En ik was niet het enige meisje dat belangstelling toonde. Beslist niet. Het leek wel alsof hem dat helemaal niet opviel. Hij werd helemaal door dat Amsterdamse, gehaaide mens in beslag genomen. Het leek wel alsof haar Amsterdamse afkomst een extra dimensie gaf aan zijn voorkeur. Nou ja, hij bleek zelf ook uit Amsterdam te komen, dus misschien dat hij zich daarom weigerde aan te passen aan onze toch wel wat dorpse mentaliteit die op de Da Costakweekschool heerste. Wij hadden als Beverwijkers en IJmuidenaren toch al een grote minachting voor alles wat in Heemstede woonde. Wij oriënteerden ons liever op Haarlem, want Amsterdam dat was eigenlijk net zo ver weg als Parijs voor ons. Daar konden we toch niet aan tippen, laat staan ons ooit in de hoofdstad handhaven. Haarlem was voor ons de wereld met een grote W. Verder dan de Italiaanse ijssalon kwamen we nooit.

We hebben het ook nooit begrepen dat hij van de ene dag op de andere naar Amsterdam vertrok en daar ook bleef. Dat was nog niemand van de Da Costakweekschool ooit gelukt. Het kan niet anders of hij heeft daar relaties gehad die hem die eerste jaren hebben ge holpen en wegwijs gemaakt in de artistieke kringen. Ja, daar hoor je hem natuurlijk niet over. Volgens hem heeft hij het allemaal aan zichzelf te danken, maar dat kan gewoon niet als je de man in kwestie kent. Hij haalde altijd lage cijfers en je kunt mij niet vertellen dat hij dat met opzet deed. Volgens ons was hij gewoon te dom om het hoge peil van de Da Costakweekschool te kunnen bijbenen, net als die vriend van hem die later in het gekken huis is terecht gekomen. Hij trok altijd al de gekken van de school aan, dat viel ons wel op. Initiatiefloos,vonden wij hem. Als er ook maar iets georganiseerd moest worden, een kampeerweek of zo, dan trok hij zich terug. Echt het tiepe van eeen ddienstweigeraar. Je kent ze wel, van die S5 lijders. Wij hielden ons als aanstaande hoofdmeesters ener lagere school toch liever wat afzijdig van in onze ogen artistieke langharige provo die hij toen nog leek. Wij gingen meer voor waardige, onberispelijke, driedelige, donkerblauwe pakken met gestreepte hockeydas in gedekte kleuren en een gouden dassspeld. Hij was in de derde klas toch wel een tamelijk opvallende verschijning op school met dat half lange goudblonde haar, een korte,artistieke baard en prachtige blauw grijze, melancholieke ogen. Hij droeg een donker blauwe fluwelen cape, zwarte kleding en suede schoenen van het merk Clarks dat alle mods droegen in die tijd. Het leek wel een halve mode flikker. Een soort Ray Davies van The Kinks meer dan een lid van The Rolling Stones, want de dynamiek van een Mick Jagger miste hij. Zo’n echt artistiek mietje, een Beatle, dat vonden we van hem. Een soort namaak Rolling Stoneslid! We namen hem ook niet helemaal serieus, hoor, wat dacht je! Het zou me ook niets verbazen als hij de lingerie van zijn vriendinnetje stiekem aantrok om zich bij af te rukken voor de spiegel op zijn bovenkamertje! Ze zeiden dat hij schilderde en zo nu en dan publiceerde hij van die rare, onbegrijpelijke surrealistiese gedichten of verontrustende verhaaltjes in de schoolkrant waar je niks mee kon. Bij een jaarlijkse schoolavond in de vijfde klas heeft hij toen verstek laten gaan alhoewel hij wel was inge deeld om zijn bizarre gedichten voor te lezen. Ongetwijfel heeft hij in zijn paranoia verwacht dat hij voor de gek werd gehouden.

Hij was altijd melancholiek, heel ernstig en ik heb hem ook nooit zien lachen al die jaren. Het was alsof hij een vreselijk geheim met zich meedroeg. Iets met incest of zo, je weet het maar nooit wat zich in die grote villa daar in Heemstede vlak bij de Heemsteedse Dreef heeft afgespeeld! Het moet in elk geval iets sexueels geweest zijn, dat ging toen nog alle maal heel stiekem in het vooronder! Tenminste; bij ons gereformeerde kwekelingen wel! Toch werden met de regelmaat van de klok meisjes op school zwanger.

Die Els, waar hij zo lang mee om ging, kwam uit zo’n vreselijk bekrompen gereformeerde familie uit de Watergraafsmeer waar in geen vijftig jaar wat veranderd was. Een benauw end kleinburgerlijk milieu waar hij eigenlijk helemaal niets te zoeken had met zijn belang stelling voor schilderkunst, psycho analyse, surrealisme, film, pop oude en moderne jazz, rock and roll, blues en literatuur, dat was allemaal maar heel verdacht in die gerefor meerde ogen. Ze namen het hem ook kwalijk dat zijn ouders gescheiden waren. Hij woonde bij zijn grootouders die geen enkele belangstelling voor hem hadden. Al met al is hij toch nog enkele jaren met Els omgegaan. Ze waren totaal aan elkaar verslingerd. Niemand kon er tussen komen! Zelfs als ze elkaar een hele dag hadden gezien belden ze elkaar ‘s avonds toch nog op om acht uur. Ze zagen elkaar dagelijks. Gingen vaak naar het strand of zaten uren op het station van Bloemendaal of Haarlem. Ze brachten hele middagen door in een artistiek café Het Goede Uur, waar klassieke muziek werd gedraaid in het halfduister, alsof hun relatie zo teer was dat het ‘t daglicht niet kon verdragen. In die pe riode is hij toch wel heel radikaal ten goede veranderd. Het was een cruciale tijd voor hem. Ja, toen ze na twee jaar zich op drieentwintigjarige leeftijd wilden verloven hebben de ouders daar wel een stokje voor gestoken, die waren het daar helemaal niet mee eens. In die streng gereformeerde kringen had de vader bijna onbeperkte macht. Het was een dikta tor. Hoe die mensen hun handelwijze ten op zichte van hem met hun geloof in overeen stemming brachten was mij een raadsel. Ook daar was hij eigenlijk nooit echt welkom. Ze tolereerden hem tot op zeker hoogte, maar daar was dan ook alles mee gezegd. In ieder geval moest hij dat laatste jaar van de kweekschool over doen omdat hij van Els, die dat jaar in Amsterdam studeerde, een werkstuk pedagogie overschreef en dat kwam op raadselachtige wij ze toch uit. Ach,iedereen gebruikte werkstukken van elkaar en hij had door het uitlopen van zijn scripie Nederlands en Surrealisme te weinig tijd voor een derde werkstuk. Mogelijk heeft de moedr van een klasgenoot uit Heemstede de gecomitteerden achter zijn rug om ingelicht, dat is nooit helemaal duidelijk geworden. In ieder geval waren er van die geruchten dat iemand hem een streek had geflikt. En toen hij ook nog een paar maanden op bed moest liggen met een heel zware vorm van de ziekte van Pfeiffer liet Els hem vallen als een baksteen en verloofde zich met een vroeger vriendje, een gereformeer de kwekeling zonder akte, geloof ik. Een Drentse boerenjongen.

Er waren tussen Els en hem al lang een aantal diepgaande meningsverschillen over o.a. de psycho analyse en dat Fred een aanhanger van Jung was dat was een doorn in het christe lijke oog van Els . Zij ging zich steeds meer van de toen in bepaalde kringen gangbare ana lytiese opvattingen en het existentialisme distantiëren en dat veroorzaakte weer enige wrevel bij Fred. Hij las veel moderne literatuur en dat kon zij ook niet verdragen.

Lange tijd sleepte ze hem me naar allerlei godsdienstige splintergroepjes waar het soms nogal extaties en hysteries aan toe ging en dat was helemaal niets voor zijn kritiese geest. Hij zag die hysteriese geloofs uitbarstingen allemaal als uitingen van onderdrukte sexualiteit en daar kwam hij ook vaak in zulke anti- intellectuele gezelschappen rond voor uit. Tot zijn vermaak werd hij dan regelmatig voor “kind van de duivel”of “Zoon van Satan” uitge maakt.

Hij voelde zich niet alleen intellectueel superieur aan die mensen; hij was dat ook. En dan zeiden zij weer tegen hem: ”Vermeerdert men kennis, dan vermeerdert men smart. Jij moet niet zoveel van die rotboekies lezen!” Ze bedoelden daar de na oorlogse literatuur mee. Hij hoorde er niet bij en daar zouden zij wel even met zijn allen en de gereformeerde dominee voor zorgen!

Of die vreselijke moeder van Els, dat volkswijffie van twee turven hoog, stond dan in zijn nek te gillen dat hij een kind van satan was en dan maakte ze rare afwerende bewegingen en sloeg een kruis! Daar kun je natuurlijk weinig op zeggen en dat deed hij dan ook maar niet. Ik herinner me nog hoe hij na een bezoek aan de sekte Stromen Van Kracht heel smakelijk vertelde hoe een plat Amsterdams sprekende evangelist met een corset stond te zwaaien van een boerin die zogenaamd door een wonder genezen was van jicht.

Hij vond het humoristies,maar meer ook niet. Later hoorde hij via via dat de vrouw in kwestie helemaal niet genezen was en er nog slechter aan toe was dan voorheen. Dat versterkte zijn scepsis natuurlijk. Hij liet zich niet graag voor de gek houden. Die periode met Els en haar familie zou hij later altijd de beste anti reklame voor het christelijk geloof blijven noemen.”

De overburen in de van Oostzaanenlaan,waar Fred tussen 1957 en 1967 woonde, herinne ren zich Els nog heel goed. Een altijd volgens de allerlaatste mode geklede, aantrekkelijke jonge vrouw met lang haar. Ze maakte een stralende, krachtige en opgewekte indruk. Soms droeg ze een band in het haar of een mooie zwarte winterjas, afgezet met zwart bont. Ze gingen zo nu en dan naar optredens van het Rob Hoeke Boogie Woogie kwartet. Ach, ze leken zich wel heel goed met elkaar te amuseren.Tenminste; zo leek het vanaf de overkant.

Zijn zuster Marjan zegt: ”Els was gewoon een heel bijzondere vrouw die heel veel liefde kon geven en volledig achter hem stond voor zo lang als het duurde, dat wel. Toch nog een dikke drie jaar hielden ze het met elkaar uit. Het is allemaal erg spijtig dat het zo gelopen is. Hij is na die relatie met Els heel cy nies, hard en meedogenloos geworden en trok zich echt van niemand meer iets aan. Hij trapte op mee dogenloze wijze mensen van zich af als hij ze niet langer nodig had, daarin is hij niet veranderd.”

Ze vindt het nog steeds jammer dat ze nooit meer iets van haar hoorde.

Fred van der Wal: Misschien zijn er voor anderen zinvolle momenten geweest in die lang jaren aan de Da Costakweekschool, maar niet voor mij. Nooit heb ik er iets geleerd dat ik mijzelf niet had kunnen bij brengen of dat ik nodig had voor mijn kunstenaarsloopbaan.)

“Wat deed jij de dag dat Kennedy vermoord werd?” vraagt de gastvrouw mij.

“Welke Kennedy?” vraag ik verbaasd,want ik herinner mij de dagen van beide moorden nog heel goed. Ik begrijp de zin van de vraag niet helemaal.

“John F. natuurlijk!” zegt ze enigszins gebelgd alsof dat vanzelf sprak.

“Oh, die hoerenloper? Ik hoorde het pas kwart over negen ‘s avonds,vlak nadat ik terug kwam van de bibliotheek in Heemstede, waar ik Marijke L. tegen kwam,” zeg ik om een en ander naar waarheid een geheimzinnig, romanties tintje te geven. Ik neem een slok van mijn zesde glas wijn. Het was waar; ik zag de mooie, donkere Marijke Last een paar keer per week in de bibliotheek.

“En wat deed je toen je hoorde dat kennedy dood geschoten was?”

“Ik belde Els om kwart over negen die avond in Amsterdam.”

“Waarom?”

“Omdat we elkaar elke avond, meestal om acht uur belden of we nou wel of niet de hele dag in elkaars gezelschap waren geweest. Het was standaardproce dure. We waren gek op elkaar!”

“Dus je belde niet omdat je zo geschokt was door de dood van Kennedy?”

“Welnee.Helemaal niet! Ik zag bij de verkiezingen trouwens veel meer in Nixon.”

“Oooh, wat erg!Nixon!” zegt ze zonder zich nader te verklaren.

“En wat deed je toen Robert Kennedy werd dood geschoten?”

“Ik was die dag in mijn werkruimte in ateliers 63 in Haarlem waar ik mijn tweede atelier had. Mijn andere atelier had ik in Amsterdam centrum in de Nieuwe Spiegelstraat en later op de Prinsengracht.”

“Maar wat deed je toen je het nieuws hoorde?”

“Ik werkte gewoon door aan een tekening. Ik bedoel :het deed me gewoon allemaal niets!”

“Precies!Dat bedoel ik nou!Je hebt nooit enig gevoel voor iets of iemand in je donder ge had! Vroeger niet en nu ook niet! Zie je wel dat je niets veranderd bent! Ik zou mijn kana rie nog niet aan je toe vertrouwen, want die draai je de nek om zodra ik mijn hielen heb gelicht!”

“Misschien zou ik veel liever jouw nek omdraaien nog voordat je je hielen hebt gelicht!” zeg ik grijnzend.

Vijf minuten later komt Leo binnen. Een grijze, breed lachende kamerolifant met een kogel rond, dik buikje alsof er een kindje van zeven maanden in zit. Hij heeft een stapel boeken onder zijn arm zoals een echte schoolmeester betaamt. Het blijken leer methodes voor het lager onderwijs te zijn die hij heeft geschreven. Hij wil ze aan iedereen laten zien. Niemand heeft er belangstelling voor. Het is me wel een gezelschap pedagogen. Het jaar tevoren was Kitty, de ex-vrouw van Leo nog bij ons op bezoek geweest met haar dochter Mariska, een slanke, adem benemend gestroomlijnde blondine in een strak truitje en een minirok ter hoogte van haar ceintuur en met de hersens van een garnaal van het rond borstige tiepe dat bij de Veronicakijkers zo getapt is. Ze blijkt goed in de markt te liggen bij vertegenwoordigers van het medi terrane soort en andere goud gerande bruin verbrande zonaanbidders.

“Wat doe je tegenwoordig voor de kost?” vraagt Leo mij nieuwsgierig.

“Hetzelfde dat ik al meer dan dertig jaar doe,” antwoord ik koel.

“En? Gaat het wel goed?” vraagt hij verder.

“Uitstekend!” zeg ik naar waarheid.

“Nou, mooi toch?”grijnst hij.

Hij zwijgt een paar minuten en stelt een andere vraag:”Komen jullie eigenlijk wel eens in Frankrijk of is dat terra incognita?”

“Zo nu en dan als we tijd hebben en tot nu toe is dat maar zelden het geval geweest. De laatste drie jaar zijn we helemaal niet op vakantie geweest. Veel te druk gehad met onze vijf huizen beheren.”

“En waar komen jullie zo al in Frankrijk?”

“Bretagne, Normandië, Morvan en een jaar geleden in Beauvais, waar mijn voorouders vandaan komen. Parijs.”

“Zo, zo! Komen je voorouders daar helemaal vandaan? Zo, zo! Nou,nou! Dat zou je ook niet zeggen! Hoeveel huizen hebben jullie, zei je ook weer?” vraagt hij ongelovig alsof hij het verkeerd gehoord heeft.

“Vijf. We kochten ze als beleggingspanden en knapten ze zelf op. De administratie doen we ook zelf, dat scheelt weer geld. Ik verhuur ze aan studenten.”

“Kunnen jullie dat dan, dat zelf opknappen? Je kon toch nooit wat met je handen? En ook niet met je hoofd?”

“Je hoeft geen schoolmeester met een handenarbeid akte te zijn om je enige manuele of administratieve vaardigheden eigen te maken!” zeg ik kortaf.

“Maar jij was toch degene die alleen maar zesjes haalde voor alle vakken? Ook voor handenarbeid!”

“Wat wil je daar mee zeggen?”

“Dat we nooit veel in je zagen! Dat wil ik daarmee zeggen!”

“Nou, dat heeft me nooit een moer geïnteresseerd!”

“Ja, dat zeg je achteraf, nu het jullie toevallig voor de wind is gegaan!”

“Okee, jij je zin; ik ben eigenlijk heel erg zielig en bijna aan de bedelstaf, wil je dat horen?” vraag ik ironies.

“Ja, eigenlijk wel, dat zou me gerust stellen!” zegt hij.

“Nou, jij je zin. Voel je je nou goed?”

“Ja. Jij ook?”

“Vooral als ik straks weg ga hier!”

“Hebben jullie geen zin langs Eveline en mij te komen in Frankrijk?”

“Lijkt me een goed idee! We waren toch van plan over twee weken weer eens naar Frankrijk te gaan en dan zien we wel hoe ver we komen.”

“Ik wilde jullie trouwens nog een briefje schrijven.”

“Direkt doen. Ik houd wel van ochtendpost als het niet regent, anders is het waterpost,” zeg ik ter aanmoediging.

De toegezegde brief van Leo zal hij echter nooit versturen en op mijn brief dat we in Frankrijk zijn zal hij nimmer antwoorden. Hij blijft hetzelfde labiele , onbe trouwbare, stiekeme gluiperd je en hoerenloper die hij altijd al was en waar zijn biseksuele ex-vrouw uitgebreid over mee kan praten. Na een jaar liggen krikken op een vriendin nam ze de benen en liet Leo achter.

In het hotel in Beauvais liet ik mijn trouwring en honkbalpet met de in oranje letters geborduurde tekst Giants liggen en pas vijftig kilometer verderop bemerkte ik het verlies, voerde een moeilijk gesprek met de hotelbalie per telefoon en keerde weer terug naar het hotel om mijn eigendommen op te halen.

Als we met het hele gezelschap oud-leerlingen van de Da Costakweekschool weer in die te grote, som bere, verwaarloosde villa staan in de Koepellaan 8, vraagt Leo mij als we de smalle trap naar boven lopen; ”Wat vind je er nu allemaal van?”

“Waarvan?”

“Hiervan!”

“Ik vind het helemaal niks. Ik heb er nooit iets mee te maken gehad en nu al helemaal niet! Ik ken die mensen niet en wil ze ook niet kennen!,” zeg ik grimmig, maar oprecht en kijk hem van opzij aan om zijn reaktie te peilen.

“Ik eigenlijk ook niet,” zegt hij en maakt een grimas die een vrolijke wanhoop uitdrukt. Ik glimlach even.

Het ijs is heel even gebroken, maar voor hoe lang? Ik weet uit ervaring hoe onbetrouwbaar en opportunis ties Leo is. Ik voel me licht misselijk en duizelig in het wiskundelokaal en in de slecht verlichte ruimte van de handenarbeidzolder. De spoken uit een verdrongen verleden dat langer dan vijf jaar aan een stuk duurde op deze plek tegenover het sombere Bloemendaalse bos, meer dan dertig jaar geleden doemen weer op in het half donkere,bsombere gebouw. Klasgenote Gerda Uilenreef blijkt een paar jaar geleden overleden aan kanker. Ik lees de biografiese gegevens over haar en herken daar uit nauwelijks de jonge, botte, bitse, onaantrekkelijke, onbegaafde, moeizaam lerende leerlinge met haar fonkelende dikke brillen glazen min twaalf, ter dikte van cola fles bodems en dankzij haar gebrek aan vrouwelijke hormonen de snor die haar bovenlip overschaduwde.

Heel voorzichtig zeg ik tegen Diny en Phia dat ik een totaal ander beeld van haar had.

“Wij van jou ook, hoor!” zeggen ze niet erg ter zake doende in koor. Ik glimlach om het flauwe antwoord. Wat valt er ook eigenlijk anders te verwachten van dames die zich nooit een moment voor me hebben geinteresseerd?

“Dat is geen antwoord op mijn opmerking. Het gaat nu even over Gerda.” zeg ik suikerzoet en zo vriendelijk mogelijk.

“Maar hoe was je beeld dan van Gerda?” vraagt Phia, alsof het er nog iets toe doet.

“Gerda was afwerend, hatelijk, afstandelijk, sjaggerijnig, cynies, wrikkig, totaal verkrampt en ook nog zo lelijk als de nacht ook tot overmaat van ramp. Dat er zulke mensen op aarde rond liepen had ik nooit voor mogelijk gehouden voor ik leerling van de Da Costakweekschool werd, dat asiel van overwegend lelijke meiden. Zulke vrouwen zouden bij voorbaat moeten worden verboden en afgeschaft! Of opgesloten in asiels voor lelijke wijven met een gaskamer,” zeg ik ze minzaam.

“Nou, zeg! Hou je een beetje in! Wij zijn er ook nog! Wat matig je je eigenlijk aan? En Els vond je zeker niet te lelijk? Daar lustte je wel pap van, hè?”

“Ja, die viel buiten elke kwalifikatie, omdat ze aan trekkelijk was en onder mijn handen steeds aantrekkelijker werd!”

“Natuurlijk was Gerda altijd heel erg afwerend, wat wil je ook, met die dikke brilleglazen van min tien viel ze bij de jongens niet bepaald in de hoofd prijzen. Ze viel overal op. Als de zon op haar bril viel leek ze wel een rondzwaaiend licht van de vuurtoren van Vlieland. Ze zond dodende stralen bundels uit. Het was net een alien uit een science fiction verhaal. Zoiets stoot af! Dat willen de man en niet! Die willen niet gelijk op het eerste gezicht verblind worden door een zwaaiend zoeklicht. Daar worden ze onzeker van!”

Ik geef toe dat ik het me goed kan voorstellen, maar enig postuum medelijden kan ik ondanks al die goed kope wijn niet meer opbrengen. Maanden tevoren kom ik bij Formido in Leeuwarden ex-klasgenoot Piet Wapstra, leraar Nederlands, tegen en omdat ik in gedachten verzonken ben herken ik hem niet meteen en realiseer me pas minuten later dat hij het was.We hebben elkaar sinds 1985 niet meer gezien, dus is dat niet zo ver wonderlijk. Ook Piet Wapstra gaf geen enkele blijk van herkenning, dus liet ik het er verder maar bij zitten. Ik vroeg me af wat Piet in een bouwmarkt heeft te zoeken, daar hij in een zo goed als onderhoudsvrije nieuwbouw woning tiepe betonnen zelfmoorddoos in een rijtje in een nieuwbouwbuurt woont. Staat de zaak nu al op instorten? Iedere emotionele investering in mijn ex-klas genootjes heeft nooit enig rendement opgeleverd en de koers er van zakte na mijn kweekschooljaren met het jaar naar nul en gener waarde. Geregeld maak ik de rekening op zonder er ooit het kind van te worden. Terwijl ik dit typ drink ik een stevig glas Malt Wisky, die meer dan acht jaar op fust heeft gelegen…U begrijpt waar dit op uitdraait!

Gesprek met Adriaan Morrien 1985

19 nov. 1985. Arti et Amicitiae, half negen ‘s avonds. Ik zit aan de bar naast Adriaan Morriën. De televisie uitzending schiet me weer te binnen waarin Morriën vertelde dat hij als jongeman daaglijks zijn kop uren uit het raam stak om de passerende vrouwen te beloeren en onderdehand zich af zat te rukken. Niet voor niets kwalificeerde auteur W.F. Hermans collega Morriën als abject naar aanleiding van erotiese konfessies van de laatste. Aan de overkant van de bar zitten twee kennelijk zeer homofiele heren van middel bare leeftijd luidruchtig be schonken te wezen.

”Ik houd van mannen met volle lippen om mee te wippen,” roept de oudste man.

”Je boft dat je dunne lippen hebt,” zeg ik tegen Adriaan Morriën.

Morriën (lacht, mompelt) : ”Dan zijn ze bij mij toch aan het verkeerde adres”.

”Ik ben daar ook niet echt dol op,” zeg ik eensgezind onze eigen kleine samenzwering der heterosexuelen ondersteunend.

“Meneer Morriën, ik heb bijzonder genoten van de uitzending van de VPRO radio van het gesprek tussen Joop van Tijn en Uw beide dochters. U kwam daar bovendien als vader wel heel bijzonder uit de verf”.

Morriën (verlegen): “Ja, dat hebben meer mensen mij gezegd.”

“De sfeer van het gesprek was uniek.”

Morriën (typies meeslepende stem geluid): “Het was een beetje van een ginnegapperige gezelligheid. Van Tijn deed het ook uitstekend, zoals hij dat allemaal opving”.

‘Ik heb geprobeerd om het cassettebandje dat ik van de uitzending opnam aan mijn dochters te laten horen, maar ze hadden nog geen belangstelling. Ik denk dat ze nog te jong zijn om de charme van de discussie op te pakken.”

Morriën: “Hoe oud zijn je dochters?”

“Veertien en zestien en voluit aan het puberen”.

We praten verder. Ik laat hem de verhuiskaart met drie fotos zien van ons grote klassisistiese huis in Garijp. Er staan fotos van Ina en mij, maar ook een foto van het front aanzicht van het huis en een beschrijving van tuin en huis.

Morriën vertelt over zijn laatste ontmoeting met W.F.Hermans in het concertgebouw bij het boekenbal.Hoe hij (Morriën) stond te praten met Jan Mulder en Hermans niets in de gaten had en ze nog niet in het vizier had gekregen toen hij op ze af kwam en abrupt omkeerde toen hij in de gaten kreeg dat het Morriën was.

“Kijk” Zie je dat?Hermans druipt af! Wie zou dat verwachten van het monster uit de gruwe lkamer van Hermans.” zei Jan Mulder,”

“Ja” lachte Morriën, ”Typies, hè, hoe iemand zijn rancunes nu al meer dan dertig jaar voedt en koestert!”

Ik bied Morriën iets te drinken aan. Aarzelend vraagt hij of het een konjakje mocht zijn. ”Uiteraard” zeg ik en bestel een konjak en een glas bier in een groot formaat van een halve liter. We praten verder over Lucebert en Buddingh’. Ik vraag of hij het afkrakende stuk in de NRC van Hermans over het dagboek van Buddingh’ terecht vond.

Morriën: “Nee, helemaal niet! Hermans heeft dat nodig, hè, om anderen af te kraken en kapot te maken.”

“Zeg maar gerust de stront in te trappen.”

Morriën “Zo kun je het wel stellen.”

“Ook iets dat je volgens Hermans niet mag zeggen.

Morriën: “Volgens Hermans kan er maar één iets zeggen…”

“En dat is Hermans?”

Morriën: “Zo kun je het wel stellen!”

“Heb je wel eens iets gelezen van Bukowski?” vraag ik hem om zijn mening over een van mijn favoriete auteurs te horen.

Morriën: “Ja.Vooral “De moord op Ramon Vasquez” en die verkrachting van dat jonge meisje zijn mij bij gebleven”.

“Het zijn verhalen die zich in de herinnering inbranden,” zei ik.

Morriën: “Omdat hij aan iets raakt dat fundamenteel in ons allemaal zit”.

“Dat denk ik ook! Bukowski was laatst nog op de Duitse tv. Hij is daar veel populairder dan bij ons. Ik hoorde onlangs dat het broertje van Heere Heeresma, Marcus, zichzelf de Bukows ki van Nederland noemt”.

Morriën: Je hebt altijd weer van die schrijvers die een voorbeeld nodig hebben om te volgen”.

“Toen mijn echtgenote die uitzending zag waarin je vertelde over afrukken-met-kop-uit-raam vond ze dat schandalig, maar ik moest er erg om lachen”.

Morriën (grijnst): ”Ik vind dat je zulke dingen gewoon moet kunnen zeggen. Op hetzelfde moment dat ik me lig af te trekken doen tienduizenden mannen ter wereld precies hetzelfde”.

“Miljoenen, volgens mij!”

Morriën: “Misschien nog wel meer en raakt de aarde er door uit zijn evenwicht, maar waar het eigenlijk om gaat is dat vrouwen er over het algemeen geen idee van hebben dat sexualiteit in het leven van de meeste mannen een hele grote rol speelt en dat zij er voortdurend op uit zijn om hun sexuele wensen te bevredigen waar, wanneer en hoe vaak ze maar kunnen”.

“Ja, maar onderdehand denkt mijn echtgenote dat je een grote, gore sexmaniak bent!”

Morriën: Over sex gesproken. Ik kom binnenkort in een programma over incest. Toen mijn beide dochters klein waren en ik ze op het potje zette kwam het vaak voor dat ik een erektie kreeg. Ik vond dat allemaal heel opwindend! Had jij dat nou ook?”

“Nee. Helemaal niet.Ik vond het gewoon werk dat gedaan moest worden om te voor komen dat ze er een knoeiboel van maakten,” zei ik wat onthutst bij het merkwaardige, in mijn optiek , zieke idee van mijn gesprekspartner.

Morriën: ”En heb je nooit dat ze je nu opwinden?”

“Absoluut niet! Nooit gehad ook! Ik moet er gewoon niet aan denken. Ze zien er niet uit in die punkjekkies en hun soldatenschoenen. En afgezien daarvan:Ik denk dat ik voor zulke ideetjes nog net wat te normaal ben!”

Morriën: “Toch zijn er talloze mannen die wel door de aanblik van hun dochters in staat van hevige opwinding geraken. En als je ze naakt ziet, wat dan?”

“Nou, niks dan. We lopen zo vaak in de badkamer of op het strand naakt. Het doet me ge woon niets. Een verleidelijk geklede, goed opgemaakte, gepassioneerde vrouw die zich openlijk aanbiedt met haar te tonen intessante, sexy underwear doet me meer.

Lingerie. De taart moet goed verpakt worden. Ik ben helemaal niet zo sterk op ongebreidelde sexualiteit gericht. Enige selektie is toch wel op zijn plaats. Incestueuze verlangens heb ik nooit gekoesterd. Ik geloof dat ik altijd meer naar emotionele intimiteit dan naar direkte sex heb gezocht. Sexualiteit is voor mij altijd een sluitstuk van een relatie geweest en nooit een begin punt of een uitgangspunt.Ik ben ook niet bepaald een Casanova, hoor ,eerder het tegen deel. Ik heb genoeg aan één sexuele relatie met liefst een gepassioneerde dame die geen taboes kent in bed en soms best een beetje dominant mag zijn en sexueel zo haar eisen stelt. Ik houd niet van doetjes of cementzakken in bed, hoor! Er moet wel leven in zitten! Het moet er tusen de klamme lappen wild aan toe gaan ! Een stevige blonde of zwartharige, bij voor keur artistieke of intellectuele vrouw van boven de veertig en of die nou uit de leer en SM sien komt of een keurig, hooggehakt ,goed gekapt secretaresse bedrijvig in een kokerrokje Het geagiteerde geluid van haar hakken van de high heels op het parket of de plavuizen.

Ik ken een stijl gereformeerde automatiseringsambtenaar in Leeuwarden die beweerde dat orale sex De Zonde Van Jezebel was. Ik vroeg hem hoe hij aan die wijsheid kwam, maar hij had het in een Amerikaans zendingsblaadje van de pinkstergemeente gelezen.

Eigenlijk denk ik dat de ware vrouw een fiksie is, behalve dan mijn eerste liefde E. Haar hartstocht was mij soms te veel. Ze kon er geen genoeg van krijgen!

Ik kan er boekdelen over vol schrijven, maar het zou wel onder het hoofdstuk porno worden geklassificeerd en dat kan nooit het doel van de literatuur zijn.

Dat zoek ik in de vrouw! Eeuwigheidswaarden! Vriendschap, vrede en broederschap! In jonge vrouwen ben ik niet echt geïnteresseerd. Liever de wat rijpere vrouw,die van huis uit door haar opvoeding gewend is de poes niet alleen goed te onderhouden en regelmatig door de huisarts te laten checken, maar die vooral haar intieme delen vrij houdt van kiemen en vreemde smetten en als ze dan die blanke top der duinen puik in de Chanel weet te zetten, dan is alles weer okee!”

Zo gruwde ik bij die vreselijke mededelingen van dat gefrustreerde,onbenullige, Haarlemse vrouwtje J. S.,van die vreselijke familie salonsocialisten,die de kunstuitleen terroriseerde met haar wansmaak en mij ten huize van Els B. volkomen ongevraagd mededeelde dat zij altijd in de Haarlemse kliniek voor veneriese ziekten gratis terecht kon bij de beroemde dokter Peter Lens, als ze weer eens voor de zoveelste keer een “schimmeltje”had opgelopen. Ik wist werkelijk niet waar ze het over had, want ik kende in die tijd alleen de schimmel die Sinter klaas tussen zijn benen had en die had daar maar één keer per jaar last van.”

Morriën: ”Weet je wat me nou echt heel erg intrigeert en interesseert?Twee vrouwen die het met elkaar doen, waar ik naar kan kijken!”

“Misschien is dat ook wel leuk, als het tenminste twee mooie vrouwen zijn, anders kan ik me daar ook niet erg voor interesseren.”

Morriën: “Heb je als kunstschilder geen vriendinnen die dat wel even voor je willen doen?”

“Ik heb helemaal geen vriendinnen en voor zover ik ze had waren dat altijd van het aan gepaste soort welopgevoede, keurige, antiseptiese meisjes die onderwijzeres werden en er conventionele ideeën op na hielden van huisje, boompje, beestje en verder niets.

Ik zou het aanmoedigen als mijn echtgenote een relatie met een aantrekkelijke, blonde vrien din,wat oudere, goed door de wol geverfde dame onderhield omdat ik ver moed dat vrouwen elkaar sexueel veel meer te bieden hebben dan man en vrouw. In de jaren zestig had ik een biseksuele vriendin die het met een sensuele, blonde vrouw deed. Ze was zelf zwart harig, leek een Spaanse. Dat had me toen wel leuk geleken ,om er aan deel te nemen of gewoon eens een kijkje te nemen bij hun aktiviteiten, maar ze wilden het voor zichzelf houden en daar legde ik me uiteraard bij neer. Ik vond dat eigenlijk heel redelijk en diskreet. Zelfs toen de mooie Madeleine, het naaktmodel van akademie ’63 gehuld in slechts een handdoek mijn atelier binnen kwam, stuurde ik haar , enigszins geschokt ,verontwaardigd weg. Zo direkt wil ik niet benaderd worden! En vergis je niet: Ze was een prachtige, donker harige schoonheid waar ik geen enkel bezwaar tegen had als ze het subtieler en iets roman tieser had aangepakt. Ze verspreidde daarna het gerucht dat ik exclusief homosexueel was, omdat ze haar zin niet kreeg!

Twee dagen geleden sprak ik nog mijn ex-vriendin, Lila,die het wel eens met vrouwen deed, maar toch overwegend hetero is. Ze is nu in de veertig , maar heeft nog steeds een heel mooie kop. Achttien jaar geleden heb ik een korte relatie met haar gehad. Haar lijf was het mooiste vrouwenlijf dat ik ooit gezien heb! Ze was alleen niet te houden. Als ze een paar kadetjes ging halen om de hoek kwam ze acht uur later terug en was door ten minste twee dozijn kerels geneukt.

Zo hield ze er van. Was je met haar in een behoorlijk restaurant, bood ze gelijk de ge rant aan om even in de keuken te gaan helpen. Nou, daar voelden die koksmutsen met hun lange messen wel voor! Die wilden ze wel even slijpen voor het karwei! Van dat soort onmogelijke dingen.

Ze neukte het liefst met negers, die vindt ze het beste neuken van allemaal, die gedr geerde rastakoppen met bloed doorlopen ogen, die de hele tijd high zijn van de hasj en blanken haatten, behalve als ze de vrouwtjes kunnen naaien.

Ze was niet helemaal normaal en kan plotseling in huilen uitbarsten. Een teken van depres siviteit. Niet dat ik mij daarvoor in gezelschap schaam, hoor, helemaal niet! Het is integen deel heel interessant! Men trekt er en plein publique nog eens de aandacht mee! Wat wil je nog meer als kunstenaar dan het vermogen de vrouwen in tranen te doen uitbarsten alleen al door je aanwezigheid?

Ze drinkt vijf keer zo veel als ik en heeft nog nergens last van als ik al bijna van mijn stoel val.Rookt daarna nog vijf of zes sticks. Doet haar ook allemaal niets. Alleen wordt ze dan iets ontspannender, maar tegelijkertijd ook nauwelijks aanspreekbaar. Ik val na een pilsje al bewusteloos als ik teveel wiet daarna rook. Ik kan geen hele nachten doorzakken zoals Yacintha en Monique en dan des ochtends om zeven uur een strandwandeling van 25 km. gaan maken. Ik heb mijn rust nodig om normaal te kunnen funktioneren. In elk geval heeft ze wel eens een of meer vrouwen en ook nog honderden kerels geneukt en is eigenlijk al lang de tel kwijt. Daarbij vergeleken ben ik maar een mietje.Een droogbloeier. Ik heb slechts twaalf vrouwen bemind en met een paar van die vrouwen slechts een keer of twee in successie naar bed geweest. Thuis hingen bij Lila affiches van Lenin,Mao, Stalin en Che Quevara boven haar bed, misschien heeft dat iets met haar sexuele appetiet te maken gehad. Daar werd ik gewoon gelijk impotent van!Keek ik omhoog van het bed en zag dde priemdende ogen van moordenaars.

Ik vind dat weinig selektieve geneuk een beetje riskant in deze tijd.

Ik blijf toch maar liever gezond.

Ze was vroeger een bloedmooie meid met een fantasties lijf, maar nu ziet ze er wat uitgeteerd uit. Alleen haar kop is delikater dan ooit. In elk geval is het neuken haar niet in haar kouwe kleren gaan zitten, want ze is broodmager en vroeger was ze nog al gevuld.

Morriën: ”Interessant allemaal…”

“En ze is al weer twee weken weg bij haar man. Een doctor in de psychologie die weten schappelijk medewerker is aan de universiteit. Verdient net zo veel als I. Heeft een computer waar hij liever elke avond achter gaat zitten dan achter zijn wijf aan als ze naar bed gaat. Hij geeft haar vervolgens een oppervlakkige kus, wrijft drie keer over haar arm en gaat monomaan mompelend naar zijn werkkamer statistiese gegevens uitwerken van zijn onderzoek. Volgens haar probeert hij tijdens de schaarse keren dat ze nog met elkaar neuken moeizaam en half beneveld door de drank zijn slappe lul bij haar naar binnen te duwen, zonder enig tastbaar resultaat en dat noemt ze een grove belediging voor de eigentijdse vrouw anno nu in het algemeen en voor haar in het bijzonder. Daar bedankt ze toch hartelijk voor,zegt ze. Een slappe lul! Daar is ze niet voor in de wieg gelegd!Zij niet!Maar wie eigenlijk wel?Ze lult iedereen de oren van het hoofd af.Uren lang.Ze praat zo lang en zo veel dat je er al lang geen zin meer in hebt.Ze heeft de merkwaardige eigenschap om normale mannen omver te lullen tot ze voor goed impotent zijn en daar voelt ze zich goed bij.

Ik begrijp ook wel dat gevoelige, artistieke, culturele mannen er niet tegen op gewassen zijn,dat die ‘m zo gauw mogelijk smeren. Daarom importeert ze haar half of heel analfabete minnaars uit het Caraïbiese gebied,die weten van wanten,maar nergens anders van!Ze liet me een keer fotos zien van naakte negers met grote,over ontwikkelde geslachtsdelen,waar ze wel pap van lustte.Ik zei toch al dat ze niet helemaal normaal is!Ze is ook een tijd omgegaan met een zwarte pooier.Ze zegt trots dat ze een talent heeft voor het selekteren van mannen die goed kunnen neuken.Neuken is haar lust en haar leven.Nergens blinkt ze in uit,behalve daar in!En dat ze je de oren van je kop oeuwehoert tot je er horendol van wordt,maar dat doen zelfs de niet al te appetijtelijke vrouwelijke leden van de evangeliese omroep, is niets bijzonders.Op een dag werd ze wakker en waren haar soepele,grote,overvolle borsten(ik heb ze zelf gezien,dus ik weet waar ik over praat!) die nacht leeg gelopen.En ik houd nog zo van grote,volle,soepele borsten!Het waren alleen nog maar een paar lege zakkies zonder enige inhoud en ze begrijpt nog niet hoe dat kan.Het is de weg van alle vlees,zei ik.Ze heeft er mogelijk toch te veel en te vaak in laten knijpen,daar kan een opblaas speelgoedballon ook niet tegen.Wat wil je:ze is boven de veertig,dan is het langzamerhand toch bekeken,dan raakt de koek op.Maar hoe het kan dat die eens zo prachtig gevulde snoeptafel plotseling leeg liep,daar kan niemand een antwoord op geven. Zelfs de medici niet! Haar collega op kantoor zei voldaan dat de tijd waarin ze het met haar mooie lijf kon maken definitief voorbij was.”

Morriën: ”Je hebt van die vrouwen…”

“Maar die zijn heel zeldzaam…” vul ik aan.

Morriën: ”Theun de Winter heeft een interview met me gemaakt over mijn visie op vrouw en. Het zou in Playboy verschijnen, maar hij heeft er, denk ik, nog steeds niets aan gedaan. Ik denk dat ik het interview maar terug vraag, want ik kan het goed voor een boek gebruiken, waar ik op het ogenblik mee bezig ben. Die interessante vrouw waar je het over had…”

“Ze zit momenteel diep in de sado-masochistiese sien. Haar man is een echte s.m-er, zoals zo veel psychologen en psychiaters. Gaat naar de hoeren en werkt met kaarsen en zo. Alleen wil zij ook wel eens wat anders dan elke avond weer een set tepelklemmen op haar gevoelige uiteinden. Altijd weer die palen van hakken aan in bed om hem aan te sporen, die netnylons die overal aan blijven haken, die leren tangaslipjes en dan zo’n vetleren bustehouder met speelopeningen, die zo vreselijk knelt, ze is een beetje blasé op dat punt. Ze vindt het leuk voor een keer of twee in de week, maar niet elke avond.In zijn burola vond ze zwepen, riem en, tepelklemmen, dildos en elke keer weer andere s.m. bladen. Nogal logies dat ze meer neigt naar andere vrouwen.”

Morriën: ”Die vrouw waar je het steeds over hebt lijkt op…

“Die vrouw uit dat verhaal van Bukowski. Het poolhondennummer , over die vrouw die steeds maar weer uit haar bol wilde gaan, die als een loopse teef bij het dansen tegen alles en iedereen dat op twee poten rond liep op stond te rijden, die voortdurend uit was op kicks, die er nooit genoeg van kon krijgen. Binnen tien sekonden was ze zo vertrouwelijk met de bar keeper waar je ook maar was, dat het leek alsof ze elkaar al jaren lang intiem kenden. Ik was eens in een zeemanscafetaria vol ruwe zeebonken die aan de bar hingen op de Zeedijk, toen bood ze de kellner,een halfbeschonken, onguur, pokdalig, krimineel tiepe aan om samen met hem even de chocolade op te warmen achter de bar, dat moet je vooral in zo’n soort café zeggen, dat ziet iedereen gelijk zitten. Er ging gelijk een gejuich op!

Alleen ziet niemand mij dan meer zo zitten in zo’n kroeg, dus na nog een paar van die happe nings verbraken we op mijn instigatie de relatie. Ik had behoefte aan rust, had in die tijd nauwelijks te vreten, al maanden geen inkomen meer en had andere dingen aan mijn hoofd dan een lichtelijk gestoorde,onhandelbare, heet gebakerde juffrouw, hoe aantrekkelijk ze dan ook mocht zijn. Ik had de hele dag honger, was meer dan dertig kilo lichter dan nu. Broodmager. Ik was te mager om te neuken. Elke dag moets ik zien te overleven. Soms haad ik niet meer dan vier dubbeltjes op zak.

Ze was natuurlijk daarbij ook nog een vreselijk praktiese vrouw, hè, want ondanks dat ze uit een felrood fanatiek nest van salonkommunisten kwam, woonde ze met haar ouders aan de Heemsteedse Dreef, waar ze tussen de andere bewoners parias waren, niemand wilde zich met ze bemoeien, alhoewel de aardappels bij Mila thuis niet alleen in de schil werden gekookt, maar met zilveren bestek naar binnen geprikt en opgelepeld werden om klokslag zes uur.

Niet alleen naaide ze diezelfde middag een half dozijn knopen aan mijn camel winterjas, maar nam daarna de haakpennen ter hand en in een vloek en een zucht haakte ze me daar even een knaap van een ijsmuts met een pronte pompoen er op en een paar witte wollen wanten voor mij in elkaar. Die wanten verloor ik dezelfde avond al in de trein naar Amsterdam, daar niet van, maar mijn witte wollen muts heb ik voor het naaktgeslacht weten te behouden tot ver in de jaren ’75 en dat is toch een kunststuk van belang voor een jongeman die altijd zijn parapluie, das en handschoenen overal verliest en vervolgens nooit meer terug vind en dat alles onveranderlijk binnen een week na aanschaf,zodat ik ieder jaar dat de r in de maand zit een kapitaal aan kleding kwijt ben. Lila heeft dat verliezen van mijn wanten toen kunnnen ondervangen door het nieuwe paar door middel van een koord dat vastgenaaid werd aan de voering van mijn jas te bevestigen. Ik geloof dat bezorgde moeders dat ook wel bij de kleuter jasjes doen”.

Morriën:”Vrouwen zijn meer genegen tot handtastelijkheden onderling dan mannen,is mijn ervaring.”

“Dat is ook nogal door onze kalvinistiese kultuur bepaald, in het bijzonder door de opvoe ding. Handjes boven de dekens, hè” zeg ik spottend.

Morriën: ”Ik denk dat het onder vrouwen onderling veel vanzelfsprekender is omdat zij het eerste kontakt hebben met de borsten van de moeder en die ervaring willen ze later maar al te graag herhalen”.

“Dat lijkt een wel heel Freudiaanse visie. Volgens jou is dat de reden van de fundamenteel biseksuele aard van de vrouw?”

Morriën: Ik denk het wel.”

“Ik kende een vrouw die graag masturbeerde bij fotos van vrijende vrouwen en ik heb daar weinig moreel bezwaar tegen. Die scenes in de film Caligula tussen die twee Romeinse,jonge vrouwen waren estheties erg mooi, maar daarom ook heel steriel. Het was nog net niet porno grafies. Vorige week zag ik Histoire d’O deel twee, soft sadomasochisme in wide screen technicolour, gefilmd in een exotiese omgeving met aantrekkelijke mannen en vrouwen, maar zo steriel, zo totaal leeg, geen enkele verhaallijn, geen passie, alleen superkoele soft porno en die is slaapverwekkend” .

“Is het histories dat uitgever van Oorschot op een feestje Hermans het raam uit heeft willen gooien en dat Carmiggelt dat toen verhinderd heeft en zo de Nederlandse literatuur een grote dienst heeft bewezen?”

Morriën: ”Of daarmee de Nederlandse literatuur een grote dienst is bewezen weet ik nog zo net niet. Ik was op dat feestje trouwens helemaal niet aanwezig. Wel was ik op een feest bij van Oorschot toen hij een man die een beetje te close met zijn vrouw aan het dansen sloeg een enorme trap in zijn rug verkocht. Ik weet nog dat zijn vrouw een roos in haar mond had en toen stopte ze gelijk met dansen na die trap en gaf hem niet één klap maar wel vijf muilperen achter elkaar.”

“Had ze die roos nog steeds in haar mond terwijl ze die muilperen uitdeelde of liet ze die vallen?”

Morriën: ”Dat weet ik niet meer zo goed. Van Oorschot begon toen vreselijk te schreeuwen: ”Zien jullie het goed? Vertel maar heel Amsterdam rond dat van Oorschot door zijn vrouw geslagen werd!”

“Dat is een zwakke argumentatie en en een slechte verdediging van van Oorschot zijn kant”.

Morriën: ”Dat is ook heel zwak, maar hij zei het toch en misschien had hij ook wel teveel gedronken. Daarna eiste hij dat iedereen weer gewoon verder ging dansen, de muziek was al lang gestopt, er heerste een afwachtende, pijnlijke stilte, niemand had ergens meer zin in, het gezelschap leek bevroren en de aanwezigen vertrokken snel. Die bewuste roos die zijn vrouw in haar mond had gehad lag verfomfaaid op de grond, harteloos vertrapt door de aanwezigen”.

Van Oorschot bezocht de boekkhandel van mijn vader in Renkum zowel als in Amsterdam .De uitgever zeulde een grote, loodzware koffer met zijn laatste uitgaven met zich mee, haalde er een boek uit,prees dat luidkeels aan,pakte mijn vader vervolgens bij de revers van zijn jasje en beet hem toe:”Dat boek is zo goed,dat moet je gewoon nemen !Eerder ga ik niet weg! En je neemt niet een of twee boeken, maar gelijk vijfentwintig!” Het resultaat was dat van Oorschot niet vertrok voor hij tenminste tien boeken had gesleten.

Ik besluit het nogmaals over W.F. Hermans te hebben: ”Jef Geeraerts noemde Hermans boek Onder professoren een slecht boek en Uit talloos veel miljoenen vond hij ronduit truttig”.

Morriën: ”Maar dat is de wereld van Wim Hermans ook ten voeten uit. Een en al getrut in de marge. Dat is zijn milieu. Daar teert Hermans op. Hij kan niet anders! Dat is zijn achtergrond! Wat wil je ook met een vader die schoolmeester was!”

“Ik heb het met genoegen gelezen. De persiflage die jij in Tirade hebt geschreven (Het grote W.F. Hermansnummer), daar heb ik vreselijk om moeten lachen. Het is perfekt gepersifleerd met een zeldzaam gevoel voor humor. Hoe lang heb je daar over geschreven?”

Morriën: ”Kort. Heel kort. Ze vroegen me van Tirade vlak voor de deadline nog een stuk te schrijven. Ik heb toen tot ‘s ochtends half acht aan één stuk zitten schrijven.”

”Het kwam over als een gedegen stuk werk en niet als een haastklus.”

Morriën (stoicijns): ”Dat is ook een stuk routine.”

Zo origineel als Hermans lijkt is hij niet. Hij heeft zich laten inspireren door Camus en Sartre, maar daar heeft hij het zelden of nooit over”.

Morriën: ”Zijn vroegere werk wel, maar vooral het latere werk is door Freud geïnspireerd.”

“Dat heeft hij zelf wel toegegeven, maar ik denk dat het een rookgordijn is om zijn werkelijke bronnen niet te onthullen.”

Morriën: ”Dat is wel mogelijk…”

“Vind je het niet een groot nadeel en een beperking om een literair oeuvre aan een (pseudo) wetenschappelijke hypothese op te hangen?”

Morriën: ”Ik vind van wel en daarom doe ik dat ook niet. Trouwens waarom de ene schrijver zo veel succes heeft en de andere niet dat is toch iets waar je nooit achter komt”.

“Maar dat is bij beeldende kunstenaars net zo. Het heeft te maken met de heersende mode. Op de juiste tijd en de juiste plaats met het juiste werk aanwezig zijn en vooral heeft het te maken met de relaties die je hebt. Vanaf het moment dat ik in Friesland woonde verkocht ik in Amsterdam niets meer en wilde geen galerie mijn werk meer vertegenwoordigen. Ze zien je in Amsterdam als verrader, zodra je die stad verlaat en in Friesland als een kulturele gast arbeider die daar niets te zoeken heeft. Alleen het wonen is er heel mooi. Je vertoeft er konstant in een grote tuin, net als in Bloemendaal, waar ik mijn schooltijd doorbracht en waar ik best naar terug zou willen keren, ware het niet dat woonruimte er onbetaalbaar is”.

Morriën: ”Ken je trouwens dat boekje over mijn dochters?”

“Ja. Alyssa en Adriënne.”

Morriën: ”Nou dan weet je wel hoe ik over een en ander denk.”

“Het idee om een boek over je dochters te maken vind ik een goed idee, omdat het zulke bijzondere dochters zijn”.

Morriën: ”Vooral Alyssa had een fotografies geheugen, die weet je precies te vertellen bij welke gelegenheid je vijftien jaar geleden dat en dat kostuum aan had”.

“Dat heb ik zelf ook. Ik kan moeiteloos een gesprek van twintig jaar geleden woordelijk reproduceren en heb een sterk visueel geheugen voor dezelfde zaken die je net noemde. Morgenochtend schrijf ik onze conversatie woord voor woord uit en reken maar dat ik niets oversla!”

Morriën: “Wat lees je nog meer?”

“Jerzy Kosinski” .

Morriën: ”Ik heb hem bij de Bezige Bij ontmoet toen hij Nederland aandeed. Ik was erbij toen we hem van Schiphol af kwamen halen. Kosinski besteedde veel aandacht aan mij totdat hij door kreeg dat ik niet de direkteur van de Bezige Bij was”.

“Heb je hem daarna nog gesproken?”

“Nee. Hij was druk in gesprek met de direktie sekretaresse. Hij besteedt overal altijd veel aandacht aan secretaresses van zijn Europese uitgevers”.

“Omdat ze de eerste barrière op weg naar de direktie vormen?”

Morriën:”Ik denk het.”

“Dus Kosinski is eigenlijk een literaire streber?”

Morriën: “Je kunt ook zeggen dat hij zijn zaken goed behartigt.”

“Alleen zijn eerste boek vond ik adembenemend, de rest is een zwakke echo van een donderslag bij heldere hemel.”

Morriën:”Dat zie je meer bij schrijvers dat ze slechts één boek publiceren dat er uit springt en bij Kosinski is dat De Geverfde Vogel.”

“Ik vond het een hallucinerend boek, zonder één dialoog.”

Morriën: ”Ik vond het ook heel erg goed.”

“Zijn andere boeken zijn van die sociologiese romans waarin ik mij maar moeilijk kan verplaatsen.Hij schijnt nogal aan zelfmythologisering te doen. Op fotos staat het bij voorkeur in het gezelschap van VIPS. Een tamelijk ijdel mannetje. Het waarheidsgehalte van zijn boeken schijnt nogal omstreden te zijn. Intrigerend is dat hij een voorliefde heeft voor trans seksuelen en travestieten.

Morriën: ”Hij is biseksueel, dat moet jou toch in het bijzonder aanspreken.”

“Wat vind je van die boeken van Jef Geeraerts? Niet zo lang geleden zijn we bij hem op bezoek geweest in Gent. Het is nogal ongebruikelijk om bij een Belgies auteur onaange kondigd aan te komen, maar hij heeft ons toch heel vriendelijk onthaald”.

“Morriën: ”Ik heb hem pas ontmoet. Een heel aardige man. Zijn vrouw Nora trouwens ook.”

“En daar is alles mee gezegd wat zijn literaire positie betreft?”

Morriën: “De Gangreens zijn heel goed.”

“En de rest is heel zwak. Dat Teken van de hond. Het geleuter van toen onze Jef een Jefke was. Dat gaat er bij die Belgen misschien in. Om van die breedvoerige,ongeïnspireerde misdaadverhalen maar te zwijgen. Een absoluut dieptepunt in de twijfelachtige carrière van een auteur die niets meer te vertellen heeft.”

Morriën:”Dat zie je wel meer…”

“Jeroen Brouwers vindt het grote shit wat Geeraerts tegenwoordig publiceert . Hij hoopt op een nieuwe aflevering van de Gangreens.En ik ook”.

Morriën: ”Heb je eigenlijk wel eens iets van Vestdijk gelezen?”

“Wie niet? Een stuk of twaalf boeken, maar er is me weinig van bij gebleven. De mateloze bewondering die Martin Hartkamp voor Vestdijk heeft kan ik niet met hem delen”.

Morriën: ”Hartkamp denkt dat hij zich Vestdijk als alleenrecht kan toe eigenen.”

“Martin Hartkamp was mijn ex-klasgenoot van het Vossiusgymnasium.

In 1968 ontmoette ik hem voor het laatst. Hij vertrouwde me toe dat hij net Bibeb gesproken had en dat hij tegen haar had gezegd: ”Over vijf jaar sta jij bij mij op de stoep in de Lange Leidsedwarsstraat om me een interview af te nemen. Nu ,17 jaar later , is het interview er nog niet van gekomen en zijn de eerste boeken van Martin helaas bij de Slegte te koop voor de prijs van een zak patates zonder mayonaise, maar ik hoop dat het gaat veranderen.

“Morriën: ”Heb je terug tot Ina Damman gelezen?”

“Ik heb de Anton Wachter serie in een keer uitgelezen!”

Morriën: ”Zie je nou wel! Daarnet zei je nog dat je Vestdijk niks vond!”

“Ik bedoel eigenlijk meer die pseudo historiese romans die op Jamaica of Haiti spelen, waar hij nog nooit geweest is, dan heb ik nog liever een sociologies verhaaltje van Kosinski over het oostblok, die weet tenminste uit ervaring waar hij over schrijft!”

Morriën: ”Ja, dat vind ik ook niks, maar je moet het bij Vestdijk niet allemaal op één grote hoop gooien.”

“Je hebt gelijk. Ik vind het wel boeken die je maar één keer leest en geen tweede. Zullen we er dan nog maar eentje nemen?”

“Morriën:”Ja,dat lijkt me een goed idee.”

“Hetzelfde dan maar?”

Morriën: “Als ik niet onbescheiden ben.”

Ik bestelde bij martin nog eeen keer hetzelfde.

Morriën: ”Je zou toch eens de Russiese auteurs uit het fonds van van Oorschot moeten lezen.”

“Nog nooit een van gelezen. Met wie moet ik beginnen?”

Morriën: ”Je zou Toergenjev kunnen nemen.”

“Dat zal ik maar even noteren, anders ben ik het onder invloed van de alcohol morgen totaal kwijt.”

Morriën: “Hoe ben je met Hartkamp in kontakt gekomen want ik neem aan dat je na het Vossius gymnasium elkaar totaal uit het oog verloren was?”

“Hij kwam jaren later, in 1967, het antikwariaat van mijn vader in de Nieuwe Spiegelstraat 46-48 te Amsterdam binnen lopen, samen met Heeresma. Ik werkte enige tijd in deze zaak tot ik in de contraprestatie kwam. Martin heeft me nog gewaarschuwd voor Heeresma, dat hij totaal niet te vertrouwen was en alles en iedereen oplichtte en hem zeker geen tekening zonder kontante betaling moest leveren, anders kon ik wel naar mijn centen fluiten.

Hij heeft echter niet alleen kontant betaald maar ik kreeg ook nog een gesigneerd exemplaar van Bevind van zaken van hem kado. Ik heb dus niet bepaald te klagen. Ik geloof ook helemaal niet dat hij er op uit was om me te besodemieteren. Ik was nogal verlegen in die tijd en niet zo spraakzaam en dat interpreteerde hij als zou ik van de homophielterige kant zijn. Hij ging naast mij zitten op die vreselijke rieten bank die toen al lang uit de mode was en pakte mijn schakelarmbandje beet,dat ik van Yacintha te leen had,dat fascineerde hem geloof ik heel erg.Zijn echtgenote,Loekie Cornets de Groot,die het beste bewijs is dat de mensheid toch van de apen afstamt, zat op de grond wijdbeens garnalen te pellen op een oude krant.Het was allemaal een beetje genant.Een onsmakelijk gezichtIk dacht dat hij zelf van de verkeerde kant was omdat hij het steeds maar had over mensen die hij kende die “ook zo”waren en ik had in die tijd geen idee wat hij bedoelde.En hij voegde er aan toe dat hij als geboren en getogen Jood uit de oud testamentiese bedeling geen mannen die bij mannen lagen over huis kon hebben.Ik dacht echt dat hij wartaal uitsloeg en voelde me helemaal niet op mijn gemak.De dichter Koos Schuur,een eens ver,aangetrouwd familielid van mij ,vertelde dat Heeresma helemaal niet van Joodse maar van Friese afkomst was en alles aan elkaar loog om zich interessant te maken. Heeresma rebbelde maar door:”Zo meteen komt die filmer Erik Terpstra,ik noem hem altijd Erika,want die is “ook zo” en daar ga ik een film mee maken die het einde van alle films betekent,die gaat weken en weken internationaal in alle hoofdsteden draaien,dat is nu al zeker!.”Hij sprak met een geaffekteerd stemgeluid dat leek op een vreemd mengsel van Hermans,Bomans en van het Reve”.Die Terpstra,die is” ook zo”herhaalde hij nadrukkelijk voor de zoveelste keer en daarom wilde hij privé niets met hem te maken hebben.Het enige wat ik wist in te brengen was:O.Meer viel er eigenlijk ook niet te zeggen.Wel moet ik toegeven dat hij nog zijn best heeft gedaan mij te introduceren bij een groot reklameburo.Het meest laffe,misselijke en hypokriete aan Heeresma heb ik altijd gevonden zijn commentaar in de Telegraaf op de dood van Sharon Tate,waarmee hij Roman Polanski en zijn echtgenote nog een trap na gaf.Heeresma is een lafbek en een poseur,maar vooral een leugenaar.Heeresma een karateka?Een tweede dan?Laat me niet lachen!Hij slaat nog geen deuk in een kuipje halvarine!Heeresma hoort thuis in de wasserette voor ouwe wijven die hij heeft gepland aan de Middellandse zee. Achter de wastobbe, met opgestroopte mouwen anders komt zijn Ray Ban zonnebril nog onder het zeepsop!”

Morriën: ”Heeresma is gewoon een vreselijk naar mannetje!”

“Zullen we daar dan nog eentje op nemen?”

Morriën: ”Eentje dan nog. Het is al half twaalf en ik moet eens op huis aan.”

“Een mooie buurt, die plantage Muidergracht.Ik ken het daar wel want ik had in 1967 een vriendin, Catharina, die daar aan de overkant woonde. Ik bracht haar die passievolle zomer vaak van mijn huis in de Nieuwe Spiegelstraat naar haar huis. We liepen hand in hand de grachten af. Het was mooi, warm zomerweer. ”

Morriën: ”Het is een buurt om nooit meer uit weg te gaan. Alyssa en Adrienne hebben daar heerlijk gespeeld toen ze klein waren.”

Als wij in zo’n huis hadden gewoond waren we er ook nooit meer uit Amsterdam weg gegaan,maar het was altijd dat beroerde wonen met zijn vieren in te kleine,gehorige huizen in asociale,vijandige volksbuurten in Amsterdam-oud west,waar we wat opleiding en milieu totaal niet thuis hoorden en dat lieten de overige bewoners,ongeletterde arbeiders, je natuurlijk goed weten.Had je de pop herrie van een student of een ongeregeld tering

zootje werkelozen onder je niet dag en nacht aan je hoofd dan was het wel een haveloze Italiaanse familie die met zijn zestienen op drie kamers woonden.We hebben toen uit noodzaak een dure benedenwoning in de Watergraafsmeer gehuurd.Een huis met een tuin.Nu woont er de kunsthistorikus G. Birtwistle,die we de woning voor weinig geld overdeden,omdat hij in een kleine stacaravan woonde en we diepe compassie met hem hadden.We hebben wat ontwortelden en ontspoorden wederom op het goede pad gebracht en allemaal voor niks en niemendal!Kom er maar eens om in deze artistieke sien!In de voorkamer Van kunsthistoricus Graham staat nog steeds een kleine Yamaha piano.Hij kan zich een grote permitteren,maar is te gierig.De laatste keer dat ik er was speelden wij boogie woogie en blues en vertelde hij dat je bij een mondharmonica( in crossharp) in een contrasterende toonsoort moest spelen om meer spanning in de sound te krijgen,maar zoveel weet ik niet van de muziektheorie af,dus ik nam het voor kennisgeving aan.We draaiden blues en barrelhouse muziek.Voor het eerst hoorde ik de J. Geilsband en voor de zoveelste keer Joe Cocker, die plaat die werd grijs gedraaid in de Horse Club in Haarlem,waar ik nog een keer in 1967 met Catharina was.”

Morriën: ”Interessant te weten, maar ik ga maar eens op huis aan en vertel vooral je vrouw dat ik toch echt niet zo’n sexmaniak ben als het soms lijkt.”

“Nee, nee, maar onderdehand! Ik zal het haar vertellen.”

Reactie uitwisseling Vkblog fred van der wal over Morriën 15-12-2009 17:42

Dear Isis

Ik vond dat wel de afknapper van de avond toen dattie geil werd van zijn kleuterdochters. En hij heeft één van zijn dochters geneukt toen ze voor hoer speelde.

Nou, al geeft Misja me dik geld toe dan ga ik nog niet in haar tumtummetje met mijn slappe lul want volgens mij is half Leeuwarden en omgeving daar te gast geweest.

Je hebt een goedkoop pension dat heet Hoevetegast.

Wie weet zijn ze daar ook te gast geweest. Ik zeg maaar wat.

lidy 15-12-2009 20:05

Hoe dan ook. Ik ben diep onder de indruk. Geboeid gelezen!

fred van der wal 15-12-2009 20:08

Lidy

Dank voor je sympa reactie. het was een erg leuke avond tot hij over zijn seksjuwelen incestueuze driften begon toen was het voor mij finito. Ik merkte wel dat hij in zijn confidentie steeds verder wilde gaan ondanks dat ik liet blijken die ontboezemingen niet erg prettig te vinden en eigenlijk nogal beschamend.

Isis Nedloni 15-12-2009 20:32

darling taalbeest.....He bah.....vaders die hun dochters neuken....of ze nu een hoer zijn of niet....zijn in mijn ogen misdadigers.....zieke mannen.....

Oeps

de film begint

tot straks

lief beest....

Zoenvis

lidy 15-12-2009 20:36

Dat maakt het juist zo boeiend, immers je voelt die spanning en het aftasten. En dan de ontwikkeling. Je laat zien hoe je daar mee om bent gegaan. De kunst van het afleiden. Daar raakte hij door in de ban natuurlijk. Je hebt het ongelooflijk boeiend weergegeven.Het is zo levensecht. Ik zal het zeker nog eens lezen.

fredvanderwal 15-12-2009 22:54

Dear Isis

leuke film

persiflage op het western genre

fredvanderwal 15-12-2009 22:56

Hallo Lidy

Adriaan Morriën heeft een heel interessant leven geleid als auteur. Zijn biografie is de moeite waard. Als mens valt hij ondanks zijn immorele kant te preferen boven Hermans.

Joost 15-12-2009 23:45

Bijzonder sterk geschreven Fred, ik hoor Morriën b.v. praten als ik dit lees.

Desondanks heb ik dit blog aanbevolen omdat je grensoverschrijdingen

in veel opzichten wel te waarderen zijn en ik heel sterk geniet van je

taalvoering.

Zich van Verre 16-12-2009 00:57

Heb de eerste helft geboeid, met lach en traan en trekharmonica gelezen.

Destijds geb ik ook Buddingh' s dagboek half gelezen. Nee, niet alle eenvoudige, dagelijkse mededelingen hebben de kracht van dekseltje van marmitepotje passend op jampotje. De kritiek van hermans is mij bekend maar ik heb die recensie nooit gelezen. Buddingh' schijnt er behoorlijk kapot van te zijn geweest, en mede-Dordechtenaar Jan Eijkelboom noemde het karaktermoord. Nu heb ik me altijd afgevraagd: wat is het verschil tussen een neersabel- kritiek en karaktermoord?

fred van der wal 16-12-2009 05:34

Zich van verre

Ik vind het moeilijk de persoon van de tekst te scheiden bij Buddingh'. Als leek op het gebieed van de powezie lijkt mij zijn poëtica sterker dan het proza van de dagboeken van deze auteur. Ik heb hem één keer ontmoet op Arti op een ochtend en toen verbaasde het mij dat hij een wisky bestelde. Zijn kennis van de literatuur ging de mijne mijlen ver te boven maar we kunnen niet alles hebben.

Als persoon leek hij mij een prettiger mens dan Hermans, maar vergeleken bij Hermans is vrijwel iedereen een prettiger mens.

Het beroemde marmitepotje. Raakvlak met de Nieuwe Stijl.

Ik heb de recensie van Hermans op het desbetreffendde dagboek van Buddingh'. Het is de vraag of de afgeserveerd auteur daaar zo kapot van was. Volgens overdreven berichtgeving meldden bronnen uit zijn

vriendenkring dat het tot een vroegtijdige dood zou hebben geleid. Andere betrokkenen ontkennen dat ten stelligste.

Eykelboom poseert als nobele ridder in hheet strijddperk vaan de literatuur. Die houding om zichzelf belaangrijk tee maken kennen we wel in polemisch Nederland.

Voor het ficctieve begrip karaktermoord is een willig slachtoffer nodig. Ja, hoor, die zijn in overvloed te vinden in de eigentijdse klaag- en claimcultuur waarin de wet geldt soft voor zichzelf, hard voor anderen.

fred van der wal 16-12-2009 05:36

Joost

In antwoord op je klacht behoud ik mij het recht voor te schrijven wat ik wil en laat mij daar niet gemakkelijk in beperken als geen valide redenen worden aangevoerd.

fred van der wal 16-12-2009 05:43

Dag Lidy

Er is zo veel positiefs te vinden in het leven en werken van Morriën dat zijn fixatie op ongebreidelde, losbandige sexualiteit hem te vergeven is. Het trof mij onaangenaam die confidenties, maar daar tegenover staat bij deze auteur zoveel talent en grote inzet voor de naoorlogse literatuur, dat ik hoogst opmerkelijk vind hoe hij zich in zijn nadagen encanailleerde met een onbenullige, los lopende, veelvuldig door artiestenvingers beduimelde juffrouw van midddelbare leeftijd met pretenties, die bij gebrek aan enig talent tot de atavistische Ruigoord commune behoort , waarbij ik nog niet op de thee zou willen komen.

lidy 16-12-2009 09:14

Fred dit gesprek is zo interessant, omdat er tal van aspecten onderhuids spelen.

Wat doet een mens als je datgene bereikt in een gesprek wat je graag wilt namelijk openheid en dan komen er confidenties die schudden aan je eigen basis van hoe in het leven te staan.

Enerzijds is er die bewondering en anderzijds de afschuw. Nu heeft Morrien veel positiefs gedaan in zn leven, zeg je, maar daarmee hoeven zijn misstappen niet 'vergeven' te zijn. Dat zijn twee zaken die je m.i. moet scheiden. Gewoon je hebt bewondering voor al het positieve en afschuw voor de ongebreidelde losbandige sexualiteit.

Vergeven is dan misschien een manier om het gesprek en de gevoelens van bewondering voor jezelf acceptabel te maken. Maar dat is niet nodig als je die twee zaken los van elkaar beschouwt. Neemt niet weg: Hoe gaat een mens daarmee om face to face in een gegeven situatie. Dat heb je laten zien.

Zo boeiend Fred.

Als iemand niet die kwaliteiten had als Morrien, hoe zou je je dan verhouden? Wat als het je broer was of je neef of je schoonzoon waarbij familiebanden en weer andere emoties spelen. Of stel dat het je baas is, waar zakelijke belangen spelen?

Je merkt ik ben er nog lang niet over uitgedacht. Je hebt me hiermee veel gegeven.

fred van der wal 16-12-2009 10:32

@Lidy

De grenzen voor wat acceptabel is liggen voor een ieder anders, daar is de uit een streng calvinistisch milieu afkomstige erotomaan Morriën een goed voorbeeld van. In de jaren '70 bereikten mij berichten van de in mijn ogen verwerpelijke sexuele moraal van degenen die in het Morriën circuit figureerden en het stemde mij niet tot grote vreugde. Zoals de toen in de mode zijnde psycholoog Henk Jurriaans, een ijdeltuit , bevriend met Marte Röling en een dochter van Morriën, die opriep tot immoraliteit op elk terrein van het leven, de moderne kunst beeldhouwer Niels Keus, bevriend met één van de dochters van Morriën kenden allen weinig remmingen. Het kunstartiestenvolkje,dan weten we het wel.

Het stond mij zeer tegen. Kwam je een aanhanger van de gekte sekte van Jurriaans tegen op een tentoonstellingsopening dan was het eerste wat hij zei: ik ben Okee, jij bent een lul.

Het maakte weinig indruk op mij. Een en ander lag in het verlengde van het corpsgebral van studenten.

Dochter Adrienne Morriën ging de prostitutie in en in het Vondelpark zat ze regelmatig begin jaren 70 met ontblote borsten in de theetuin aldaar.

Het ging mij allemaal net iets te ver.

De plaats die Morriën in nam in het naoorlogse literaire klimaat is een belangrijke. Een ieder erkent zijn verdienste als ontdekker van Herman, Mulisch, Reve, Lodeizen en Hanlo. Hij is belangrijk geweest als vertaler en binnen de VVL.

In de jaren '60 las ik wel eens de literatuurkritieken van Morriën in Het Parool waar een grote belezenheid uit sprak.

Genoeg schakeringen in zijn persoonlijkheid en levenservaring om je in zijn gezelschap niet te vervelen.

lidy 16-12-2009 12:36

Ja dat is mooi.

Ik lees jou seksuele uitspattingen op het web dan ook als persiflages. Ik heb er altijd om moeten schateren.

Maar een persiflage is iets anders dan een confidentie. Bovendien is het niet iedereen gegeven daarvan proza te maken en dan blijft vaak de platvloersheid over of het naakte feit in zn blootgelegde lelijkheid.

Maar er zijn nog veel meer interessante aspecten aan deze conversatie van jou met Morrien. Fred. Ik blijf het een fascinerend gesprek vinden en fenomenaal zoals je dat hebt weergegeven.

fred van der wal 16-12-2009 13:16

Mijn standpunt is altijd geweest dat seksjuwaliteit deel uitmaakt van een uitgebreide set van overeenkomsten tussen personen en geen consumenten artikel is dat op zichzelf staat. Er is geen Casanova aan mij verloren gegaan, cerebrale activiteiten overheersen en dat maakt het leven aangenaaam.

Als ik naar een aantal kennissen kijk van de Kennemer kliek die alleen interesse hebben in vreten, zuipen, ketting roken, patsen, brassen, feesten en prijsneuken prijs ik mijzelve gelukkig daar snel afstand van te hebben genomen.

Het gesprek met Morriën ws een toevallige ontmoeting op een avond in de herfst. Er is geen vervolg op gekomen. Ik heb nooit beroemdheden achterna willen lopen of adoreren. De vullisman of de postbode bejegen ik hetzelfde als een directeur van een grote onderneming.

lidy 16-12-2009 15:53

Nouuuuuu fred, daar zijn onderzoeken naar geweest en het schijnt toch zo te zijn dat de macht van de vanzelfsprekendheid eerder geldt in sekjuwele relaties dan dat er sprake is van een uitgebreide set van overeenkomsten, tenzij de partners van hetzelfde laken een pak zijn, zal ik maar zeggen, maar dat is een andersoortige overeenkomst, tenzij je die nu juist bedoelde, als je nu nog begrijpt wat ik bedoel , maar dat is dan uniek:))))

fred van der wal 16-12-2009 16:20

De keuze van partner zal in grote mate bepaald worden door uiterlijkheden alhoewel sociale klasse en opleidingsnivo eeen grote rol zullen spelen.

Zo vond ik het opmerkelijk dat mijn dochters partners kozen uit een veel lagere sociale klasse en LBO nivo. In het huis van de schoonouders is geen boek te bekennen en het enigee leesvoer De Telegrraaf en Voetbal International.

Ik kijk er niet op neer, maar om als enige gespreksstof foeballuh, pils en computerspelletjes te kunnen voeren heb ik lichtelijk moeite mee.

Sexuele aantrekkingkracht als enige en alles bepalende factor lijkt mij onwaarschijnlijk.

Zoals bekend is door een belangrijke onderzoeker als Kinsey in hoge mate gefraudeerd met onder zoeksresultaten.

lidy 16-12-2009 16:47

Dat zijn wijze woorden fred, de sexuele aantrekkingskracht kan het begin zijn van een relatie, maar als er niet meer in het vat zit, na verloop van tijd ook het einde inluiden.

Dat bedoel ik Fred. Als vader heb je een relatie met je kind en krijg je vervolgens de relaties van het kind in eerste instantie opgedrongen, immers je hebt er zelf niet voor gekozen en wellicht zou je uit jezelf nooit voor die aanwas kiezen. Het klinkt cru, maar zo is het wel.

En dan word je geconfronteerd met de eigenaardigheden van die aanwas waar jij niet voor hebt gekozen,misschien verafschuw je wel bepaalde trekken zoals bij Morrien. Dat kan maar zo. Kijk die Morrien daar kun je het mooie van behouden en het lelijke vergeven met voldoende distantie. Maar dat kan niet in het voorbeeld dat je noemt. Je moet dan schipperen wil je de relatie met je dochters niet op de proef stellen.

Of je kinderen nu kiezen voor een partner in een veel lagere sociale klasse, of een een hogere klasse of voor mijn part een randdebiel. Jij zit er maar mooi mee als vader. En niet iedere vader heeeft doorgeleerd voor diplomaat.

Maar terug naar die Morrien. Die zat er niet mee als vader krijg ik het idee. Die had wel een heel bijzondere relatie met zijn dochters. Did he give a damn? Heb jij een idee ?

fred van der wal 16-12-2009 16:55

In de vuistdikke biografie van Morriën blijkt dat de dochters beiden een psychiatrisch verleden hebben, ongelukkige relaties die op niets uit lopen, Morriën die sex heeft met zijn dochter, het zijn onrustbarende symptomen die niet duiden op een evenwichtig leven.

Mijn beide dochters zijn trouwens gescheiden en aldoende leert men hoop ik. Wie een huwelijks partner in een Friese kroeg zoekt komt menigmaal bedrogen uit is de les die zij uit hun besluiten hebben kunnen trekken.

Het boekje 'Alyssa en Adriënne' van Morriën is trouwens een zeldzaam leuk boekje.

lidy 16-12-2009 17:02

Ga ik lezen Fred.

Bedankt voor dit onderhoudende gesprek.

fred van der wal 16-12-2009 18:05

Behalve die indrukwekkende biografie heb ik de laatste tijd de biografie gelezen van Pim Boellaard en van Pierre Vinken. Uitnemende personalities. De moeite waard.

lidy 16-12-2009 18:22

Ik geloof dat ik me moet gaan wagen aan biografieën. Ik vind de levens van mensen en de verhalen daarover interessant. Ik heb de namen genoteerd Fred en hoop ze te vinden bij de bieb.

fred van der wal 16-12-2009 18:39

Biografie Pierre Vinken is een story over de bekende neuro chirurg /uitgever Pierre Vinken, die baanbrekende kunst historische artikelen schreef o.a. in Science en Nature over Escher en over emblemata, kreeg eens een paar kopieën van hem van zijn artikelen toen ik op bezoek was bij Elsevier aan de J van Galenstraat, hij had connecties met Geert van Oorschot, met kunstschilders, schrijvers, betrokken als redacteur Tirade en VN, bewees het plagiaaat van Buytendijk toen Vinken nog student was, stond aan het begin van de informatieverwerking van grote medische bestanden, weigerde als republikein een invitatie van Beatrix, een echte homo universalis, het leest als een detective roman.

Alhoewel ik Vinken slechts enkele malen heel kort ontmoette heb ik meer ontmoetingen in de zakelijke sfeer met zijn tweede vrouw gehad in de zeventiger jaren, een dame die nog niet in de schaadduww van Vinken kan staan en hem volgeens zijn verhaal na de scheiding financieel flink heeft uitgekleed. In 1996 was ik twee dagen bij haar op bezoek, enkele jaren geleden kreeg ik een persoonlijk verhuis kaartje van Vinken toen hij zijn landgoed verliet om naar Amsterdam te verhuizen. Een mail betreffende een surrealistische publicatie die ik nog steeds in voorbereiding heb waarvoor ik hem aan zocht om de kunsthistorische inleiding te schrijven is nog in mijn bezit.

Dat zijn toch leuke dingen.

Zich van Verre 16-12-2009 18:51

Precies, voor karaktermoord heb je een wel erg willig slachtoffer nodig, en enige veerkracht heb je nu eenmaal nodig in het leven. Was Eijkelboom een zo zich belangrijk willend makende? Ik heb hem enkele malen ontmoet, in de refusal-tijd, toen hij op het Rotterdams Noordereiland woonde) en hij maakte altijd een bescheiden indruk. Maar dat zou best facade kunnen zijn geweest. Van Hermans wordt gezegd dat ie in prive-kring erg 'aimabel' kon zijn, zoals hij het zelf eens schertsend nabauwde.

Ja die hele Juriaans en Rolling-vertoning destijds, na één blik wist je genoeg.

Ga nou effe je prachrpoza verder lezen. The painted bird, brrr....dat boek raakte me zonder toentertijd te weten waarom.

Joost 16-12-2009 19:22

Fred, ik vroeg naar je valide reden om een verleden blijvend te herhalen;

jij draait het om en zegt me: er is geen valide reden om je schrijven hierop te beperken.

Ik dacht dat ik die wel voelbaar had gemaakt, laat het verder rusten.

Behoud het recht waar ik vanzelfsprekend niet over ga; ken mijn distantie zoals al genoemd

in deze.

fred van der wal 16-12-2009 19:42

Ja, Jerzy Kosinski, geweldig boek, de rest shit, niet te lezen, en waaarom ie nou zelfmoord ging plegen is me een raadsel.

Ik vind Eykelboom Bla Bla verkopen, alsof Buddingh 'een onmondige zuigeling was. Karaktermoord? Flauwe kul. Veel respect voor een defensieve houding zoals Buddingh' toonde heb ik niet. Morriën heeft zich twee maal beter verweerd tegen Hermans. Ten aanzien van Hermans heb ik gemengde gevoelens. De manier waarop hij collegae van de RUG afmaakte vond ik laf.

Hermans aimabele kwaliteiten in de privé kring vierden hoogtij als hij geen concurrentie te duchten had.

Maar wie heet er nou ook Eykelboom? Dan kun je toch alles verwachten?